44
— Controleer af het regelbereik van "X MAGN." tussen 1
5 en
1 . 7 ligt.
— Eventueel een andere waarde voor R715 kiezen.
Bandbreedte
— Zet "X MAGN." op "CAL.".
— Controleer of de bandbreedte bij een ingangsspanning die vol-
doende is voor een afbuiging van 8 divisies aan de volgende eisen
voldoet:
2 kHz = 100
1 MHz >
70
— Kies eventueel een andere waarde voor C702.
G, TIJDSBASISGENERATOR
Triggeren
Intern A
Sluit een sinusspanning van 2 kHz aan op bus "YA" en stel
met de verzwakker een beeldhoogte in van 0,5 divisie.
Stel met de knop "LEVEL" een getriggerd beeld in.
Wijzig de frequentie van het ingangssignaal achtereenvolgens in
10 Hz en 1 MHz en controleer of het beeld bij beide frequenties
stil blijft staan.
Zet "TRIGG." in de stand "—" en controleer of er triggering
plaats vindt op de negatieve flank. (Eventueel knap "LEVEL"
opnieuw instellen) .
Controleer bij 10 Hz en 1 MHz af de triggering nog juist is wan-
neer de beeldhoogte continu wordt vergroot tot 8 divisies.
Controleer of het triggerniveau bij 2 kHz kan worden gevarieerd
over 7 div. met behulp van knop "LEVEL".
Eventueel de symmetrie van de niveauregeling met R510 in-
stellen.
— Controleer of de tijdbasisgenerator afslaat bij een beeldhoogte
van 8 divisies met knap "LEVEL" geheel linksom of rechtsom
(niet in stand "ALIT.").
— Controleer of de tijdbasisgenerator niet afslaat bij een beeld-
hoogte van 15 divisies met knop "LEVEL" geheel links of
rechtsom (niet in stand "ALIT.")
.
— Controleer of er geen dubbele beelden ontstaan wanneer con-
tinueregelaar "TIME/div." wordt verdraaid.
1
1