28
De gelijkspanning aan de basis van TS502 is continu regelbaar
met knap
RS
"LEVEL". Hiermee wordt bepaald op welk punt van
het triggersignaal de tijdbasisgenerator start.
Schmitt-trigger (eenheid B in fig. 7)
Wanneer schakelaar SK1 in de stand "NORMAL" staat, wordt
het triggersignaal
rechtstreeks
toegevoerd
aan Schmitt-trigger
TS503-504 (SK8 is gesloten) .
Dus bij een triggerherhalingssignaal ontstaat er een blokspanning
met constante amplitude op de collector van
TS504. Deze blok-
spanning wordt door
C508
en R523 tot smalle positieve- en nega-
tieve pulsen gedifferentieerd.
De positieve impulsen worden onderdrukt door
GR501, zodat de
tijdbasisgenerator
alleen negatieve impulsen ontvangt.
Wanneer
SK8 in de stand "ALIT." staat, is C504 in de basisleiding
van TS503 geschakeld en functioneert de schakeling als een
astabiele multivibrator.
Daardoor start de tijdbasisgenerator zelfs wanneer er geen trigger-
signaal aan de impulsvormer wordt toegevoerd.
Indien er een triggersignaal wordt toegevoerd aan de ingang van
de impulsvormer, dan wordt de astabiele multivibrator gesyn~
chroniseerd door dit signaal en is de frequentie van de impulsen
gelijk aan die van de toegevoerde spanning.
In de stand "ALIT." staat de loper van RS op het knooppunt
RS-R511.
Om te zorgen dat de basisspanning van TS502 gelijk blijft, zowel
in de middenstand van RS als in de stand "ALIT." wordt de
weer-
stand
R510 in de stand "ALIT." uitgeschakeld door SK8a.
Synchronisatiescheider (eenheid C in
fig. ó)
De synchronisatiescheider maakt het mogelijk te triggeren op de
rasterimpuls van een televisiesignaal.
Transistor TS509 wordt
zo gestuurd, dat hij alleen geleidt ge-
durende de toppen van de synchroniseerimpulsen.
Bij een positief videosignaal moet schakelaar SK2 ap >,—" en bij
een negatief videosignaal op „+" worden gezet. De rastersyn-
chroniseerimpulsen worden gescheiden van de lijnsynchroniseer-
impulsen door middel van het integreernetwerk
R534
-0513. De
geintegreerde rasterimpulsen triggeren dan
de
Schmitt~trigger
TS503-504.