31
Externe sturing van de horizontale versterker
In de uiterst rechtse stand van SK4 "X AMPL." wordt de ver-
binding tussen de tijdsbasisgenerator en de horizontale versterker
verbroken.
Het externe signaal wordt toegevoerd via bus BLI3. Tegelijkertijd
wordt de tijdbasisgenerator uitgeschakeld. door de patentiaalver-
andering aan de basis van TS505 ten gevolge van de verbinding
van de —15 V-lijn met R557 via SK4.I.
Bovendien wordt er een spanning van —15 V toegevoerd aan de
basis van TS510, waardoor de straalafbuigingsmultivibrator, die
horizontaal extern gestuurd wordt, in de .toestand — TS510 ge-
blokkeerd, TS511 geleidend —blijft, waardoor dus keldersturing
plaatsvindt,
X-versterker (eenheid D in fig. 8)
Deze trap bestaat uit een balansversteker met de buizen B701-B702.
De gevoeligheid kan worden ingesteld met knop R3 "X MAGN.".
De horizontale verschuiving geschiedt met behulp van knop R4
"X SHIFT".
De tijdbasisspanning of de externe spanning wordt toegevoerd aan
het stuurrooster van buis B701. Het gelijkspanningsniveau komt in
beide gevallen overeen met aardpotentiaal. De signalen aan de
anode van B701 en B702 zijn kruislings verbonden met de afbuig-
systemen van de katodestraalbuis. De gevoeligheid van beide af-
buigsystemen is gelijk gemaakt door middel van de potentiometers
R705 en R717.
Met behulp van R720 en R707 wordt de versterking ingesteld,
D. ELEKTRONENSTRAALBUISSCHAKELING (fig. 28)
De helderheid kan voor beide systemen worden ingesteld met de
knappen R10 respectievelijk R16 "INTENS.".
Focussering geschiedt met de knoppen R11 en R17 "FOCLiS.",
terwijl astigmatisme kan worden gecorrigeerd met R303 en R323.
Ton- en kussenvormige vertekening kan worden gecorrigeerd met
R302 en de relatieve verschuiving van de beelden in de horizon-
tale richting ten gevolge van verschillen in de afbuigsystemen kan
tot een minimum. worden teruggebracht met behulp van R301.
Helderheidsmadulatie kan plaatsvinden via de bussen BU9 en 10.
De rasterverlichting kan op 2 standen worden ingesteld met be-
hulp van schakelaar SK7 "ILLLIM." (zie voedingsschema, fig. 30).