30
Wanneer deze spanning een bepaald niveau bereikt, schakelt de
Schmitt-trigger weer over en wordt de Bootstrap-integrator ge-
blokkeerd tot de volgende triggerimpuls verschijnt.
De stabiliteit van de tijdbasisgenerator kan worden ingesteld met
potentiometer R1 "STAB.", die hel gelijkspanningsniveau op de
basis van TS505 bepaalt.
Deze transistor is zo geschakeld, dat de negatief gerichte impuls
aan het einde van de terugslag de Schmitt-trigger niet overschakelt.
Potentiometer R569 bepaalt de lengte van de tijdbasislijn.
In de terugkoppelschakeling van de multivibrator is een "hold-off" -
schakeling aangebracht. Deze schakeling zorgt ervoor dat de tijd-
basiscondensataren zich na de heenslag geheel kunnen ontladen,
zodat de zaagtand steeds op hetzelfde niveau begint,
Met schakelaar SK4 "TIME/div." kunnen 19 verschillende loop-
tijden worden gekozen. Deze tijden worden verkregen met 8 ver-
schillende condensatoren (C521-0529) en 3 verschillende weer-
standen (R552-554) .
Continue regeling van de looptijden tussen de stappen van SK4 in
is mogelijk met behulp van potentiemeter R2 "TIME/div.".
Wanneer R2 helemaal rechtsom wordt gedraaid, wordt deze
potentiometer kortgesloten door schakelaar SKS; de looptijden
hebben dan de geijkte waarden. Eindafregeling geschiedt met be-
hulp van R550. De snelste geijkte looptijd wordt met C530 nauw-
keurig afgeregeld.
De zaagtandvormige uitgangsspanning wordt afgenomen van de
emissor van TS513 en aan de horizontale versterker toegevoerd
via schakelaar SK4, Op bus BLI7 is een extern uitgangssignaal be-
schikbaar,
Afbuiging (eenheid C in fig. 8)
Gedurende de terugslag van de zaagtandspanning wordt er een
spanning aan de elektronenstraalbuis toegevoerd, die de elektronen-
straal afbuigt tot buiten de scherm grenzen.
De benodigde spanning wordt geleverd door een bistabiele multi-
vibrator (TS510-511), die getriggerd wordt door een positieve
impuls aan de emissor van TS507. Deze positieve impuls treedt
op gedurende de terugslag van de zaagtandspanning.
Wanneer de multivibrator overschakelt, vindt de straalafbuiging
plaats en deze stopt wanneer er aan het begin van de heenslag
een negatieve impuls verschijnt aan de emissor van. TS507.
Y
Y
Y
Y
1
n
Y
1
1
1