Advertenties
38
Hoogspanning
- Controleer of de spanning over C1026 tussen -1-2900 en X3500 V
ligt en o•f bij een netspanningsvariatie van ± 10 % de maximale
spanningsvariatie 10 V bedraagt.
- Controleer of de spanning over C1028 tussen -880 V en -1000 V
ligt en af de rimpelspanning niet groter is dan 500' mVt _ t bij een
netspanningsvariatie van ± 10 %. (R10 en R16 "INTENS"
linksom) .
C. ELEKTRONENSTRAALBUISSCHAKELING
Helderheid
Straal A
- Zet "LEVEL" in de stand "AUT.".
- Zet "TIME/div." in de stand 1 m sec/div.
- Contraleer of de helderheid gelijkmatig afneemt als "INT'ENS"
linksom wordt gedraaid en of "INTENS" het scherm donker
wordt tussen de standen 4 en 2 in. Kies eventueel een andere
waarde voor R309.
Draai "INTENS" volledig rechtsom en controleer of hierdoor
een beeldvergroting ontstaat van maximaal 0,2 divisie.
Kies eventueel een zodanige waarde voor R307 dat aan boven-
staande voorwaarde wordt voldaan en herhaal beide afregelingen.
Straal B
- Als bij straal A, maar lees R327 en R329 voor R307 en R309.
Vervorming
- Zet "TIME/div.." op „0,5 ms/div.",
"AC-0-~DC" A op "DC",
"YA.-EXT.-YB" op "YA".
- Sluit een sinusspannng van 2 kHz aan ap bus "YA" en zet
schakelaar "V/div." in de stand „100 mV/div.".
- Stel de ingangsspanning zodanig in dat een beeldhoogte van
4,8 div. wordt verkregen,
- Zet de schakelaar ,>V/div." in stand „20 mV/div." en centreer
het beeld ap het scherm.
- Contraleer of er vervorming optreedt.
Eventueel instellen met R302.
t
i
i
r
~
v
~
t
i
Advertenties
