37.
E. VOEDING (fig. 30)
—15 V
De wisselspanning over de wikkelingen S12 + S7 wordt dubbel-
fasig gelijkgericht en elektronisch gestabiliseerd.
Dit geschiedt door een spanning die evenredig is met de uitgangs-
spanning te vergelijken met een referentiespanning (GR1007), via
een verschilversterker TS1003-1004,
De uitgangsspanning kan nauwkeurig worden afgeregeld met
R1016. Rimpelspanningen in de uitgangsspanning worden terug-
gekoppeld via C1009. Deze terugkoppeling kan worden geregeld
met R1013.
—85 V
De wisselspanning op wikkeling S4 wordt dubbelfasig gelijkgericht
en afgevlakt.
+95 V en +180 V
De wisselspanning over S3+S10 wordt dubbelfasig gelijkgericht en
elektronisch gestabiliseerd (-x-95 V) .
Buis B1002 levert de referentiespanning.
De rimpelspanningen warden teruggevoerd via C1003 en kunnen
ap minimum worden afgeregeld met R1002.
De -1-180 V is beschikbaar na het afvlakcircuit R1004-C1004.
F. HOOGSPANNINGSEENHEID (fig. 28)
De hoogspanningsvoeding wordt opgewekt door middel van een
relaxatie-oscillator, Deze bestaat uit de transistoren TS1006 en
TS1007, tezamen met spoel S3-S3'.
De oscillatorfrequentie is 8 kHz.
Na spanningsverdubbeling staat er een spanning van +3200 V
over C 1026.
Een gedeelte van de secundaire spanning wordt enkelfasig gelijk-
gericht en kamt aver C 1028 te staan (-900 V) .
Deze eenheid levert eveneens de ijkspanning.
De primaire blokspanning van de oscillator wordt toegevoerd aan
een Zenerdiode GR1011, die de spanning stabiliseert.
Weerstand R1034 heeft een zodanige waarde dat de uitgangsspan-
ning 1 Vt _ c bedraagt.