REINIGING EN ONTSMETTING
Reiniging
Aanbevolen reinigingsmiddelen:
•
Medisch reinigingsmiddel
•
Neutraal reinigingsmiddel voor huishoudelijk gebruik
Verwijder de batterijen uit het apparaat alvorens het schoon te maken. Veeg de behuizing
van de thermometer daarna af met een schone, zachte doek (eventueel met reinigingsmiddel)
en de sonde met een droog wattenstaafje.
Ontsmetting
Aanbevolen ontsmettingsmiddelen:
•
70% oplossing van isopropylalcohol
•
75% medische alcohol
•
3% oplossing van natriumhypochloriet
Verwijder vóór het desinfecteren de batterijen uit het apparaat en veeg vervolgens de
behuizing van de thermometer af met een schone, zachte doek met ontsmettingsmiddel.
Droog onmiddellijk na het ontsmetten.
Belangrijke gegevens
•
Zorg dat er geen water in de lens van de sonde komt, dit kan het apparaat beschadigen.
•
Door de lens van de sonde af te vegen met een doekje kunnen er krassen ontstaan,
wat de meetresultaten onnauwkeurig kan maken.
•
Het gebruik van bijtende reinigingsmiddelen is niet toegestaan. Wees voorzichtig
bij het reinigen. De lens van de sonde niet met hard gereedschap aanraken en geen
onderdeel van de thermometer in water onderdompelen om te voorkomen dat er
vloeistoffen in de thermometer terechtkomen.
•
Het wordt aanbevolen om de thermometer eenmaal per week schoon te maken. Het
reinigen duurt niet langer dan 3 minuten.
•
Wacht na het reinigen van de thermometer met een medisch reinigingsmiddel 5 min.
voordat deze weer wordt gebruikt, anders kunnen de meetresultaten vervormd raken.
•
Gebruik geen stoom van hoge temperatuur of ultraviolette straling voor ontsmetting
want dit kan het apparaat beschadigen of de veroudering versnellen.
•
Het wordt aanbevolen om de thermometer voor en na elk gebruik te ontsmetten.
Ontsmetten mag niet langer dan 1 minuut duren.
•
Wacht na het ontsmetten ten minste 10 minuten alvorens het opnieuw te gebruiken.
ONDERHOUD
Controleer de thermometer tijdens normaal gebruik regelmatig op mogelijke veiligheidsrisico's
- of de lens niet gebarsten is, de behuizing niet gebarsten is en de sonde niet vuil is. Als er
een veiligheidsrisico bestaat, stop dan met het gebruik van de thermometer.
Reinig de sonde na elk gebruik (zie Reiniging en desinfectie).
Bewaar de thermometer op een droge, goed geventileerde plaats, vrij van stof en vuil en
buiten direct zonlicht.
Als de thermometer voor een langere periode (meer dan 2 maanden) niet wordt gebruikt,
verwijder dan de batterijen en berg de thermometer op volgens de gebruiksaanwijzing
(zie: Vervoer en opslag).
VERVOER EN OPSLAG
Vermijd tijdens het vervoer zware schokken, trillingen en blootstelling van het apparaat
aan neerslag.
Vervoer en opslag van de verpakte infrarood thermometer moeten aan de volgende
voorwaarden voldoen: omgevingstemperatuur tussen -20°C en +55°C (-4°F-131°F),
relatieve vochtigheid lager dan 95%, niet-condenserend, atmosferische druk tussen 50kPa
en 106kPa, vrij van corrosieve gassen en in een goed geventileerde ruimte.