Inhoudsopgave
Advertenties
2.
Modus voor meting van temperatuur op het voorhoofd voor kinderen
3.
Modus voor het meten van de temperatuur in het oor
4.
Modus voor het meten van de omgevingstemperatuur
5.
Graden Fahrenheit (°F)
6.
Graden Celsius (°F)
7.
Temperatuurwaarde
8.
Indicatie achtergrondverlichting in de modus meten in het oor
9.
Batterij-indicator
10. Indicator dempen/resetten
GRAFIEK TEMPERATUURSWIJZIGING (AFB. C)
De lichaamstemperatuur varieert over de dag en wordt beïnvloed door externe factoren.
Het temperatuurverschil tussen dag en nacht bedraagt onder normale omstandigheden
niet meer dan 1°C.
De lichaamstemperatuur kan bij verschillende mensen verschillend zijn. Personen met
verschillende leeftijden en geslachten verschillen in normale lichaamstemperatuur. De
temperatuur van een pasgeborene of kindje is hoger dan die van een volwassene, de
temperatuur van een volwassene is hoger dan die van een oudere persoon, en de temperatuur
van een vrouw – ca. 0,3°C hoger dan die van een man.
Temperatuur kan variabel zijn afhankelijk van de plaats waar deze wordt gemeten:
Plaats van de metingen
Temperatuur op het voorhoofd
Temperatuur in oor
BATTERIJEN VERVANGEN
Druk op de knop om het batterijvak te ontgrendelen (afb. 1) om het vakje te openen.
Verwijder de lege batterijen en plaats vervolgens 2 nieuwe AAA-batterijen in het vakje, let
daarbij vooral op de polariteit (+ en -).
GEBRUIKSAANWIJZING
Vermijd temperatuurmetingen onmiddellijk na fysieke activiteit of in een toestand van
verhoogde emotionele opwinding. Het wordt aangeraden om ca. 30 min. te wachten om
het lichaam terug te laten keren naar een rusttoestand zodat de nauwkeurigheid van de
meting wordt gegarandeerd.
Wacht ten minste 30 seconden tussen de metingen. Metingen na elkaar kunnen een
foutief resultaat opleveren.
Temperatuurmeting in het oor
1.
Verwijder de afdekking van de sonde alvorens de temperatuur in het oor te meten.
2.
Druk op de meetknop (3, afb. A) om de thermometer in te schakelen. Het pictogram
verschijnt automatisch op de display
3.
Trek bij jonge kinderen onder 1 jaar de oorschelp voorzichtig recht naar het achterhoofd
(afb. 4).
4.
Trek bij kinderen ouder dan één jaar de oorschelp voorzichtig omhoog en naar het
achterhoofd (afb. 5).
5.
Plaats de sonde voorzichtig in de gehoorgang (afb. 2). Druk opnieuw op de meetknop
(3, afb. A) en de temperatuurmeting van het oor verschijnt op het scherm.
Let op! De sonde moet voorzichtig en zonder kracht in het oor worden gebracht om het
risico op gehoorbeschadiging te vermijden. Zorg ervoor dat de gehoorgang schoon en
droog is voor je de meting uitvoert.
Normaal temperatuurbereik
36,1°C ‒ 37,5°C / 97,0°F‒99,5°F
35,8°C ‒ 37,5°C / 96,44°F‒99,5°F
.
Advertenties
Inhoudsopgave
