C
ONTROLE VAN HET MOTOROLIEPEIL
Controleer het motoroliepeil elke dag voordat u
gaat rijden.
Het peil dient zich te bevinden tussen het
maximum- (1) en het minimum -(2)
indicatiestreepje op de olievuldop/oliepeilstok.
1. Start de motor en laat deze gedurende een
paar minuten stationair draaien.
2. Stop de motor en zet de scooter op de
middenstandaard op een vlakke
ondergrond.
3. Verwijder na enige minuten de
olievuldop/peilstok, veeg deze schoon en
plaats hem weer terug zonder hem in te
schroeven. Haal de olievuldop/peilstok
weer uit.
Het oliepeil dient zich te bevinden tussen het
bovenste en het onderste streepje op de
olievuldop/peilstok.
4. Vul zo nodig bij met de aanbevolen olie
(zie pagina 62) tot het bovenste
indicatiestreepje.Vul niet teveel bij.
5. Plaats de olievuldop/peilstok terug.
Controleer op lekkage.
N.B.: Laat het motor- en uitlaatsysteem afkoelen
voordat u aan deze gaat werken.
63
(1)
(2)