MINI 60 S en MAXI 120 S/150 S
10.3.7
Lastopname-inrichtingen
Controle-intervallen
Lastopname-inrichtingen moeten in intervallen van uiterlijk één jaar (zie
nationale regels) door een bevoegde persoon worden gecontroleerd.
Controle na bijzondere voorvallen
Lastopname-inrichtingen moeten na schadegevallen of bijzondere
voorvallen die het draagvermogen kunnen beïnvloeden, en na reparatie
door een bevoegde persoon aan een speciale controle worden
onderworpen.
De omvang van de speciale controle is afhankelijk van de omvang van
het soort schadegeval, van het voorval of van de reparatie.
Controle
De controle vóór de eerste inbedrijfstelling en regelmatige controles zijn
in wezen zicht- en functiecontroles.
Er moet gecontroleerd worden op:
• de toestand van de componenten en inrichtingen.
• de doelmatige assemblage en inzet.
• de volledigheid en goede werking van de veiligheidsinrichtingen.
Voor alle controles aan lastopname-inrichtingen moet een
keuringsattest worden bijgehouden.
BL068 NL 2022-10
Onderhoud - Controle - Reiniging
87