Gebruik
vertegenwoordigers. Indien nodig de lift onmiddellijk uitschakelen en
beveiligen.
• Neem de nationale voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
de voorschriften voor de werkplek in acht.
• Draag persoonlijke beschermingsmiddelen (bijv. bouwhelm,
werkschoenen).
• Plaats de lading veilig, zet materiaal vast dat de neiging heeft weg te
glijden of hoger is dan het platform of dat kan omvallen. (Denk ook
aan plotselinge wind of windvlagen)
• Controleer de bewegingsvrijheid en soepele loop van de
kabelbreukbeveiliging.
• Gebruik van de lift is alleen toegestaan in schuine stand.
• Veiligheidsinstructies,(zie hoofdstuk 2 Algemene
veiligheidsinformatie, Pagina 19) moeten tevens in acht worden
genomen.
• Niet op het lastopnamemiddel stappen!
• Het gebruik moet worden gestopt in geval van:
- temperaturen onder -20°C resp. boven +40°C.
- schade of andere storingen.
- niet uitgevoerde terugkerende inspecties/tussentijdse inspecties,
8.1.1
Veiligheidscontrole vóór begin van het werk
Controleer het apparaat minstens eenmaal per dag op zichtbare
beschadigingen en gebreken.
Meld veranderingen of storingen onmiddellijk aan de bedrijfsleiding of
aan diens verantwoordelijke.
Zet de lift voor stellingbouw zo nodig onmiddellijk stil en zorg ervoor dat
deze niet weer in gang kan worden gezet.
Proefrit uitvoeren en controleren of het gehele traject vrij is.
Bij de proefrit de draadschakelaar controleren op beschadigingen en
slijtage.
Netleiding en besturingsleidingen controleren op beschadiging.
De lift voor stellingbouw moet meteen stoppen, als
• de NOODSTOP knop wordt ingedrukt.
• de inrichting voor overbelasting geactiveerd wordt.
• de slapkabelschakelaar heeft uitgeschakeld
64
(zie hoofdstuk 10.1 Controles, Pagina 75)
MINI 60 S en MAXI 120 S/150 S
BL068 NL 2022-10