Onderhoud - Controle - Reiniging
10.1.1
Documentatie van de resultaten
De exploitant moet de resultaten van de controles documenteren. De
documentatie moet gedurende een redelijke periode – minimaal echter
gedurende de technische levensduur van de machine worden bewaard.
• De resultaten van de periodieke controles kunnen schriftelijk worden
bijgehouden van deze handleiding.
in (zie hoofdstuk 14 Documentatie van de controles resp. keuringen,
Pagina 91)
• Aan de machine moet een bewijs van de uitvoering van de laatste
keuring worden aangebracht.
10.1.2
Controles vóór de eerste inbedrijfstelling
De volgende controles werden reeds vóór de levering uitgevoerd:
• Dynamische controle met 1,1-voudige nuttige belasting.
• Elektrische controles volgens EN 60204-1/32:2008.
• Functiecontroles.
10.1.3
Controles na de montage / dagelijks vóór begin van de
werkzaamheden
Om de veiligheid bij de omgang met de machine te garanderen is de
door de exploitant aangewezen persoon verplicht om een dagelijkse
controle van bepaalde machinebereiken / -delen uit te voeren.
Gevonden gebreken moeten direct aan de leidinggevende worden
gemeld en worden verholpen. Het verhelpen van gebreken mag
uitsluitend door een ter zake kundige persoon voor onderhoud en
reparatie worden uitgevoerd.
Visuele controles moeten altijd vóór de controles op goede werking
worden uitgevoerd. Voordat de gebreken zijn verholpen is het gebruik
verboden.
De volgende punten moeten dagelijks gecontroleerd worden
• Veiligheidscontrole vóór begin van het werk (zie hoofdstuk 8
Gebruik, Pagina 63).
• Trommelbescherming (kabeltrommel) reinigen (zorg ervoor dat er in
de winter geen ijs of sneeuw in komt).
• Werkgebied om de machine heen vrij en schoon houden.
Controles na elke opbouw (zie hoofdstuk 7 Montage, Pagina 52).
76
MINI 60 S en MAXI 120 S/150 S
BL068 NL 2022-10