Algemene veiligheidsinformatie
2.4
Veiligheidsinstructies voor de werking
De machine uitsluitend in een technisch onberispelijke staat en
rekening houdend met alle mogelijke veiligheids- en
gevaaraspecten met inachtneming van deze bedieningsinstructies
gebruiken.
Bij een werkonderbreking de machine uitschakelen met de
hoofdschakelaar en met een hangslot tegen inschakelen beveiligen.
De machine principieel tegen gebruik door onbevoegden beveiligen
(spanningsloos schakelen)!
In situaties die een gevaar vormen voor het bedieningspersoneel of
de machine, kan de machine door het bedienen van de NOOD-STOP-
slagknop worden stilgezet.
Er mogen zich geen personen onder zwevende lasten bevinden. De
klant/contractor draagt zorg voor een geschikte afzetting en markering
van de gevarenzone.
Op laadplaatsen moeten vanaf een valhoogte van 2,0 m
valbeveiligingen aanwezig zijn die het neerstorten van personen
voorkomen. (Etagebeveiligingsdeuren monteren).
Machine bij windsnelheden >72 km/h naar beneden brengen en
stilzetten. Windkracht 7-8, boomtakken breken af en vliegen door de
lucht, normaal lopen wordt bemoeilijkt.
VS:
Machine bij windsnelheden > 35 mph (56 km/h) naar beneden brengen
en stilzetten.
22
MINI 60 S en MAXI 120 S/150 S
BL068 NL 2022-10