6
Wonen
6.3
6.3.1
Openen:
Sluiten:
60
Serviceluiken
Voor het begin van de rit alle serviceluiken sluiten en de sloten van de
luiken vergrendelen.
Voor het openen en sluiten van het serviceluik alle sloten openen of sluiten
die aan het serviceluik zijn aangebouwd.
Bij het verlaten van het voertuig alle serviceluiken sluiten.
De op het voertuig aangebrachte serviceluiken zijn met uniforme cilindersloten
uitgevoerd. Daarom kunnen met één sleutel alle sloten worden geopend.
Klepslot met greepkom
Voor het openen van het serviceluik alle slotgrepen tegelijk uittrekken die
aan het serviceluik zijn aangebouwd.
Afb. 45
Klepslot met greepkom
Sleutel in cilinderslot (Afb. 45,1) steken en een kwartslag draaien. Het
klepslot is ontgrendeld.
De sleutel eruit trekken.
Aan de slotgreep (Afb. 45,2) trekken. Het serviceluik is geopend.
Serviceluik volledig sluiten.
Sleutel in cilinderslot steken en een kwartslag draaien. Het klepslot is ver-
grendeld.
De sleutel eruit trekken.
1 Cilinderslot
2 Slotgreep
T-Modell - 14/15 - Ausgabe 08/14 - 2476508 - BUE-0006-15NL