9
Inbouwapparatuur
Gebruikswijzen
Inschakelen:
Uitschakelen:
Lichtdiode
Luchtstroom
Luchtstroom instellen:
160
De klimaatregeling heeft de volgende gebruikswijzen:
Automatisch
Ventilatie, handmatig
Koeling, handmatig
Verwarming, handmatig
De toets ON/OFF (Afb. 196,9) indrukken.
De toets "Mode" (Afb. 196,11) net zo vaak indrukken, tot de gewenste
bedrijfsmodus (Afb. 196,1, 2, 3 of 4) op het display (Afb. 196,20) wordt
weergegeven.
Met de toetsen "+" (Afb. 196,19) en "–" (Afb. 196,18) de gewenste tempe-
ratuur instellen.
Met de toets ventilatorsnelheid (Afb. 196,10) de gewenste ventilatorstand
kiezen.
De toets ON/OFF (Afb. 196,9) indrukken.
Afb. 197 Klimaatregeling (Dometic)
De lichtdiode (LED) (Afb. 197,4) aan de dakunit (Afb. 197,1) duidt de
gebruikswijze van de klimaatregeling aan:
Toestand LED
Uit
Oranje
Groen
Rood (permanent)
Rood (enkel knipperend)
Rood (dubbel knipperend)
De luchtstroom kan in verschillende richtingen gestuurd worden. De verdeling
van de luchtstroom naar voren of achteren is traploos instelbaar.
De beide omkeerders (Afb. 197,3 en 5) in de gewenste stand zetten.
Draaiknop (Afb. 197,2) aan de draaiknop een kwartslag tegen de klok in
draaien. De schuifregelaar voor de luchtverdeling is ontgrendeld.
De schuifregelaar naar voren of achteren in de gewenste stand schuiven.
Die kant waaraan de schuifregelaar zich bevindt, wordt gesloten.
Draaiknop met de klok mee vastdraaien.
Betekenis
Klimaatregeling uit
Klimaatregeling bedrijfsklaar
Klimaatregeling in gebruik
230-V-stroomaansluiting ontbreekt
Storing van de temperatuursensor binnen
Storing van de temperatuursensor buiten
T-Modell - 14/15 - Ausgabe 08/14 - 2476508 - BUE-0006-15NL