Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 4 Bedrijf
4.1 Gebruik van een sc-controller
Maakt u zich met de bedrijfswijze van de controller vertrouwd voordat u de sensor samen
met een sc-controller gebruikt. Lees om door het menu te surfen en om de menufuncties
te gebruiken. Meer informatie vindt u in het gebruikershandboek van de controller.
4.2 Sensor setup
Wanneer een sensor voor de eerste ingebouwd wordt, wordt het serienummer van de
sensor als sensornaam weergegeven. De naam van de sensor kan als volgt veranderd
worden:
1. Selecteer het HOOFDMENU.
2. Selecteer uit het hoofdmenu SONDE SETUP, en bevestig de selectie
3. Indien meer dan een sensor aangesloten is, selecteer dan de gewenste sensor, en
4. Selecteer CONFIGUREREN en bevestig de selectie.
5. Selecteer WIJZIG NAAM, en bewerk de naam/ Door te bevestigen of af te breken
4.3 Protocolleren van sensorgegevens.
De sc-controller verstrekt voor elke sensor een dataprotocol en een resultatenprotocol.
Het dataprotocol slaat de meetgegevens in kiesbare intervallen op. Het resultatenprotocol
slaat een groot aantal events op die aan de apparaten optreden, zoals veranderingen van
de configuratie, alarmen en waarschuwingen etc. Het dataprotocol en het
resultatenprotocol kunnen in een CSV-formaat gelezen worden. Informatie over het
downloaden van de protocollen vindt u in het gebruikershandboek van de controller.
4.4 Druk en hoogte
Opmerking: Wanneer u de luchtdruk in overeenstemming met
betreffende hoogte-indicatie op 0 voet gezet worden.
De tabel
hiervoor is het feit dat de luchtdruk ter hoogte van de zeespiegel 760 mm Hg bedraagt.
Van zodra u de voor u relevante luchtdruk met behulp van de tabel berekend hebt of de
gegevens van een plaatselijk weerstation gekregen hebt, geef dan deze waarden in het
apparaat in.
Hoogte b.N.N. in
voet (meter)
0
500 (152)
1000 (305)
1500 (457)
2000 (610)
2500 (762)
bevestig de selectie.
keert u naar het SONDE SETUP-menu terug.
1
informeert over de luchtdruk op bepaalde hoogten boven zeeniveau. Basis
Tabel 1 Luchtdruk op verschillende hoogten
Luchtdruk in mm Hg (hPa)
760 (1013)
746 (995)
733 (977)
720 (960)
708 (944)
695 (927)
1
ingegeven hebt moet de
Hoogte b.N.N. in
Luchtdruk in mm Hg (hPa)
voet (meter)
6000 (1829)
6500 (1981)
7000 (2134)
7500 (2286)
8000 (2438)
8500 (2591)
613 (817)
601 (801)
590 (787)
579 (772)
568 (757)
559 (745)
11
Advertenties
Inhoudsopgave
