Installeren, instellen en configureren
5
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u
het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het
product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
6
Zet de printer aan.
Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie
'Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen' op pagina 33
Het intelligente opslagstation installeren
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of
optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de
printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van
elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel
deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
1
Zet de printer uit.
2
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
3
Open de toegangsklep van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken
gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan
voordat u de componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
voor meer informatie.
35