Installeren, instellen en configureren
Het standaardvolume van de interne luidspreker aanpassen
1
Raak
aan op het beginscherm.
2
Pas het volume aan.
Opmerkingen:
•
Als Stille modus is ingeschakeld, zijn auditieve alarmen uitgeschakeld. Deze instelling leidt ook tot
tragere printerprestaties.
•
Het volume neemt weer de standaardwaarde aan nadat de gebruiker de toegankelijkheidsmodus
verlaat of wanneer de printer uit de slaap- of sluimerstand wordt gehaald.
Gesproken wachtwoorden of pincodes inschakelen
1
Tik vanuit het beginscherm op Instellingen > Apparaat > Toegankelijkheid > Gesproken
wachtwoorden/pincodes.
2
Schakel de optie in.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
Papiersoort en papierformaat instellen
1
Tik vanuit het beginscherm op Instellingen > Papier > Ladeconfiguratie > Papierformaat/-soort > selecteer
een papierbron.
2
Stel het papierformaat en de papiersoort in.
Instellingen voor Universal papier configureren
1
Ga vanaf het beginscherm naar Instellingen > Papier > Mediaconfiguratie > Universal-instelling.
2
Configureer de instellingen.
Laden vullen
LET OP: KANTELGEVAAR: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van
de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
1
Verwijder de lade.
Opmerking: Verwijder tijdens het afdrukken de lade niet om papierstoringen te voorkomen.
27