Flitserfotografi e met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe fl itser die beschikt over een afstandsbedieningsstand en bestemd
is voor gebruik met deze camera gebruiken voor draadloze fl itserfotografi e. De camera
kan onafhankelijk een op de camera gemonteerde fl itser en externe fl itsers in maximaal
3 groepen aansturen. Raadpleeg de documentatie die geleverd is bij de externe fl itser
voor meer informatie.
1
Zet de externe fl itsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst.
• Schakel elke fl itser in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand.
• Selecteer een kanaal en groep voor elke fl itser.
2
Selecteer [On] voor [# RC Mode] in X Fotografeermenu 2 (Blz. 111).
• Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC-fl itsstand
• U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk op de
knop INFO te drukken.
• Selecteer een fl itsstand (merk op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar is in
de RC-stand).
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel.
Groep
• Selecteer de fl itserfunctie
en pas de fl itssterkte
afzonderlijk aan voor elke
groep. Voor MANUAL
selecteert u de fl itssterkte.
Kies de rol van de fl itser van
de camera.
4
Bevestig de meegeleverde fl itser en klap de fl itserkop omhoog.
• Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe fl itsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
Bedieningsbereik van
de draadloze fl itser
Plaats de draadloze fl itsers met de
afstandsbedieningssensor gericht naar de
camera. Op de afbeelding hiernaast wordt
het bereik (bij benadering) weergegeven
waarbinnen de fl itsers kunnen worden geplaatst.
Het werkelijke bedieningsbereik varieert
afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden.
#
Let op
• Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe fl itsers te gebruiken.
• Externe fl itsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor trage
synchronisatie met tweede sluitergordijn of voor anti-shock-belichtingen.
• Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuurfl itsen van de
ingebouwde fl itser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden gematigd door de
intensiteit van de fl itser van de camera te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser of
andere gelijkaardige technieken).
Flitssterkte
A Mode
TTL
+5.0
M
1/8
Off
–
Ch
TTL
+3.0
P
250
250 F5.6 0.0
0.0
Flitsregeling
Flitssterkte
Normale fl itser/Super
FP-fl itser
• Selecteer Normaal fl itsen
of Super FP-fl itsen.
LO
Communicatie-lichtniveau
1
• Zet de lichtsterkte van
het communicatiesignaal
op [HI] (hoog), [MID]
(medium) of [LO] (laag).
38
38
Kanaal
• Zet het communicatie-
kanaal op hetzelfde kanaal
dat u op de fl itser gebruikt.
30°
30°
60°
60°
50°
50°
50°
50°
100°
100°
10
30°
30°
NL
97