• Draai de subregelaar om de belichtingscorrectie
te kiezen.
• Een groter diafragma (lager f-nummer) vermindert
de scherptediepte (het gebied voor of achter het
scherpstelpunt waarop is scherpgesteld), waardoor
de achtergrond waziger wordt weergegeven. Een
kleiner diafragma (hoger f-nummer) verhoogt de
scherptediepte.
2
Preview-functie
U kunt de scherptediepte bekijken (de zone achter en voor het onderwerp waarop is
scherpgesteld). De camera stopt het diafragma op de geselecteerde waarde wanneer
u op de knop drukt waaraan [Preview] werd toegewezen. [Button Function] (Blz. 93)
%
Tips
De aan de regelaar toegewezen rol veranderen. [Dial Function] (Blz. 87)
De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S)
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma
aan voor een optimale belichting. Nadat u de functieknop naar S hebt gedraaid, draait
u aan de hoofdregelaar om de sluitertijd te kiezen.
• Draai de subregelaar om de belichtingscorrectie
te kiezen.
• Een korte sluitertijd kan een snelle actie "bevriezen"
zonder bewegingsonscherpte. Door een langere
sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp.
Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische
beweging op.
%
Tips
De aan de regelaar toegewezen rol veranderen. [Dial Function] (Blz. 87)
Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M)
In de stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in. Bij sluitertijd BULB blijft
de sluiter open zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. Nadat u de functieknop naar
M hebt gedraaid, draait u aan de hoofdregelaar om het diafragma te kiezen en aan de
subregelaar om de sluitertijd te kiezen.
• De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/4.000 en 60 sec. of op
[BULB] of [LIVE TIME].
#
Let op
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M.
58 NL
I S O
400
A
+0.0
+0.0
250 F5.6
250
Diafragmawaarde
I S O
400
S
+0.0
+0.0
250 F5.6
250
Sluitertijd
L
N
HD
01:02:03
01:02:03
38
38
L
N
HD
01:02:03
01:02:03
38
38