2
Andere opnameopties
"Richten en fotograferen" (stand P)
In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp. Stel de functieknop in op P.
Foto's kadreren in de zoeker
Stand Fotograferen
(%: programma-aanpassing)
AF-teken
Sluitertijd Diafragmawaarde
• De sluitertijd en het diafragma die door de camera werden geselecteerd,
worden weergegeven.
• Draai de hoofdregelaar voor een programma-aanpassing.
• Draai de subregelaar om de belichtingscorrectie te kiezen.
#
Let op
• De aanduidingen voor de sluitertijd en het diafragma knipperen als de camera geen
optimale belichting kan verkrijgen. Zie "Waarschuwingsindicatie belichting" (Blz. 107).
Programma-aanpassing (%)
In de standen P en ART kunt u het diafragma en de sluitertijd aanpassen zonder de
belichtingscorrectie te wijzigen. Een pictogram "s" verschijnt naast de fotografeerstand
wanneer programma-aanpassing van toepassing is. Om de programma-aanpassing te
annuleren, draait u de functieknop tot "s" niet langer wordt weergegeven.
#
Let op
• Bij gebruik van een fl itser is er geen programma-aanpassing mogelijk.
%
Tips
De aan de regelaar toegewezen rol wijzigen. g [Dial Function] (Blz. 87)
Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A)
In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera automatisch de sluitertijd aan
voor een optimale belichting. Nadat u de functieknop naar A hebt gedraaid, draait u
aan de hoofdregelaar om het diafragma te kiezen.
250 F5.6
+2.0
+2.0
e
e
Foto's kadreren op de monitor
Stand Fotograferen
(%: programma-aanpassing)
ISO-A
01:02:03
ISO-A
ISO-A
200
1023
200
200
P
Sluitertijd Diafragmawaarde
AF-teken
L
N
HD
01:02:03
01:02:03
0.0
0.0
250 F5.6
250
38
38
2
NL
57