De belichting regelen (belichtingscorrectie)
Draai de subregelaar om de belichtingscorrectie te kiezen. Kies positieve ("+") waarden
om beelden helderder te maken en negatieve ("–") waarden om beelden donkerder te
maken. De belichting kan worden aangepast tussen ±3 EV.
Negatief (–)
%
Tips
Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen. g [EV Step] (Blz. 88)/
De richting van de regelaar wijzigen. g [Dial Direction] (Blz. 87)/
Als [Button Function] (Blz. 86) wordt gebruikt om [F] (belichtingscorrectie) aan een knop toe
te wijzen, kunt u de belichtingscorrectie aanpassen nadat u [F] hebt ingedrukt.
#
Let op
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand A, M of SCN.
De helderheid wijzigen van overbelichte en onderbelichte
delen
Voordat u begint te fotograferen, gebruikt u [Button
Function] (Blz. 86) om [F] (belichtingscorrectie) aan
een knop toe te wijzen. Druk op F en vervolgens op de
knop INFO om de opties voor belichtingscorrectie weer
te geven. Gebruik HI om de belichtingscorrectie aan te
passen. Pas de belichting naar onder aan om schaduwen
donkerder te maken en naar boven om lichte partijen
helderder te maken.
INFO
INFO
Belichtings-
correctie
Geen compensatie (0)
INFO
INFO
0
0
+1
+1
Positief (+)
I S O
200
P
250 F5.6
250
INFO
INFO
0
0
1
IS
IS
1
j
L
N
0
0
HD
01:02:03
01:02:03
2.0
2.0
+
+
1234
1234
NL
47