9.2.2 Werkingsprincipe
gasluchtmengsel
De Remeha Aquanta is voorzien van een ingebouwde lucht-
kast. De ventilator zuigt lucht aan; in de venturi, aan de inlaat-
zijde van de ventilator, wordt het gas ingespoten. Afhankelijk
van de instellingen, de warmtevraag en de heersende tempe-
raturen die worden gemeten door de temperatuursensoren,
wordt het toerental van de ventilator geregeld. Gas en lucht
worden in de venturi gemengd. De gas-/luchtkoppeling zorgt
ervoor dat de hoeveelheid gas en lucht precies op elkaar wor-
den afgestemd. Hierdoor ontstaat een optimale verbranding
over het gehele belastingbereik. Het gasluchtmengsel gaat
naar de brander, in het centrum van de rvs-warmtewisselaar.
Verbranding, warmte-overdracht en afvoer reststoffen
De brander verwarmt het cv-water dat door de rvs-warmtewis-
selaar stroomt. De waterdamp in de rookgassen condenseert
tegen het koude oppervlak van de rvs-spiralen. De warmte die
bij dit condensatieproces vrijkomt (de zogenaamde latente- of
condensatiewarmte) wordt eveneens aan het cv-water overge-
dragen. De afgekoelde rookgassen worden afgevoerd via het
rookgasafvoerkanaal. Het condenswater wordt via een door-
zichtige kunststof sifon afgevoerd.
De Remeha Aquanta is een all-in-one topcomfort verwarming-
en warmwatercentrale, oftewel een warmwater buffervat van
100 liter gecombineerd met een combiketel. Er is dus altijd
direct warm water beschikbaar, zonder wachttijd. De ketel
heeft bovendien een aansluiting voor een (optionele) SWW
circulatieleiding. Met een circulatiepomp wordt de warmwa-
terleiding naar alle tappunten op de gewenste temperatuur
gehouden, waardoor er aan elk tappunt direct warm water
beschikbaar is.
Bij de Aquanta verwarmt een ingebouwde platenwarmtewis-
selaar sanitair water, welke wordt opgeslagen in het buffervat.
Een driewegklep stuurt dus het opgewarmde water naar de cv-
installatie of naar de platenwarmtewisselaar. De driewegklep is
motor-gestuurd en verbruikt geen energie in de eindstand.
In het buffervat zit een dompelbuis waarin een boilersensor
is geplaatst. Deze registreert de temperatuur in het onderste
deel van het vat. Als de watertemperatuur daalt (door afkoeling
of omdat er warmwater getapt wordt), krijgt de besturingsauto-
maat een signaal dat er warmtebehoefte is voor het sanitaire
gedeelte.
De besturingsautomaat zorgt ervoor dat de driewegklep
omschakelt, zodat het warme cv-water door de platenwis-
selaar stroomt. Tevens wordt de tapwaterpomp aangestuurd,
die het sanitair water onderuit het vat door de platenwisselaar
pompt. Het hier opgewarmde water stroomt weer bovenin
het vat. Het vat wordt gelaagd gevuld, dus het warme water
gedraagt zich als een laag en mengt zich niet met het koude
water onderin het vat. Dat houdt in dat er vrij snel na de start
van de opwarming van een volledig koud vat al warm water
beschikbaar is.
57