2
K W
W
W
4
1
3
K W
W
W
5
Check
Contrôler
LT.NL.CZ1.000.140
LTNLCZ1000140
C
C
Check
Contrôler
LT.NL.CZ1.000.141
LTNLCZ1000141a
Remeha Aquanta
b. Warmwaterbuffervat vullen
• De hoofdwaterkraan openen.
• Een warmwaterkraan in de installatie volledig opendraaien.
• Wacht net zolang tot er een volle straal water (zonder lucht)
uitstroomt; nu is het buffervat gevuld (en ontlucht).
• De warmwaterkraan weer sluiten.
• De waterzijdige aansluitingen op dichtheid controleren.
• Het buffervat dient volledig gevuld te zijn om schade aan de
ketel te voorkomen.
• Als het leidingwater een Chloride-gehalte heeft van meer
dan 170 mg/l, dan adviseren wij een elektrische anode (als
accessoire leverbaar) in het buffervat te plaatsen.
3. overige aansluitingen controleren en bedrijfsklaar
maken
• Gashoofdkraan opendraaien.
• Controleer de gasvoordruk in de gasleiding op de meetnip-
pel (C) van het gasblok.
De juiste branderdruk instelling voor aardgas G20 is op de
fabriek uitgevoerd en hoeft in principe niet nageregeld te
worden (zie voor het stoken op propaan Par. 2.4.3).
De Aquanta is gekeurd in de categorie I
geschikt voor het functioneren op G20 bij een gasvoordruk
van 20 mbar en G25 bij een gasvoordruk van 25 mbar.
Overeenkomstig de voorschriften van de norm D51-003, moet
de binneninstallatie zodanig gedimensioneerd worden dat bij
maximale afname op de verbruikspunten, het drukverlies over
de binneninstallatie maximaal 1 mbar bedraagt.
• Controleer de gasleiding tot aan de Aquanta op gasdicht-
heid (volgens de geldende voorschriften, zie Hoofdstuk 8);
de maximale proefdruk aan de ingang van de gasleiding,
met geopende gasstopkraan op de ketel, bedraagt maxi-
maal 60 mbar.
• Ontlucht de gasleiding door de meetnippel (C) op het gas-
blok los te draaien (draai hem weer vast zodra de leiding
geheel ontlucht is)
• Controleer of de elektrische aansluiting van de Aquanta
(inclusief aarde-aansluiting) juist is uitgevoerd.
• Controleer de elektrische aansluitingen van de thermostaat
en andere externe aansluitingen.
• Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en luchttoe-
voer op dichtheid.
• Controleer de gasaansluitingen in de Aquanta op dichtheid.
28
I
en is aldus
2E(S)B,
3P