• Druk daarna op de toets „DOWN" om op de pitchcurve naar
de vliegtoestand „IDLE1" om te schakelen.
• De instelling van de pitchcurve gebeurt volgens hetzelfde
schema als bij de vliegtoestand „NOR".
• Druk op de toets „DOWN" om indien nodig nog voor vliegto-
estand „IDLE2" en „HOLD" een afzonderlijke pitchcurve in te
stellen.
• Druk tegelijk op beide toetsen „UP" en „DOWN" om naar het
overzicht van het functie-instelmenu terug te keren.
Belangrijk:
Let op dat de pitch- en gascurve elkaar beïnvloeden. Als u vb. de pitch-curve op een bepaald punt verhoogt,
kan het omwille van de grotere invalshoek van de rotorbladen nodig zijn om de gascurve op dit punt ook een
beetje te verhogen.
All manuals and user guides at all-guides.com
Afbeelding 43
225