12.3 Aftappen
1.Het aftappen van het toestel geschiedt d.m.v. de vul-
en aftapkraan rechts achter de pompunit.
2.Wanneer het systeem drukloos is dient de ontluch-
tingsnippel van de boiler losgedraaid te worden, zodat
ook deze afgetapt wordt.
Om het aftappen te versnellen is het mogelijk, na het
sluiten van de gaskraan, de boilerpomp te laten
draaien door de boiler warmte te laten vragen (even
tappen of boilertemperatuursensor uit dompelbuis
halen). Hierdoor wordt de binnenbus van de boiler
leeggepompt.
3.Het restwater in de boiler onder het niveau van de vul-
en aftapkraan kan afgetapt worden d.m.v. de onder de
13. AFTEKENMAL
A = Gatenpatroon ophangbeugel
B = Gatenpatroon fixatiepunt ketel
C = Gatenpatroon voor montagebeugel (meerprijs)
Afb. 15. Aftekenmal voor maatvoering ophangpunten
boiler aanwezige aftapkraan. In de voorste leiding (boi-
lerpomp) blijft water achter, evt. te verwijderen door de
knelkoppeling links van de ontluchter los te draaien.
4.Tap de onderste (boiler-) pomp af met de schroef on-
der aan het pomphuis.
12.4 Ontluchten
Het toestel is voorzien van een luchtafscheider met auto-
matische ontluchter. De tapboiler is in de retourleiding
(boilerpomp) voorzien van een ontluchtingsnippel op de
knelkoppeling; omdat de ontluchtingspijp naar boven
loopt, kan hier ca. 15 ml. water uitkomen voordat er lucht
uitkomt. Indien nodig kan ook de c.v.-pomp ontlucht wor-
den d.m.v. de boven op het pomphuis aanwezige ont-
luchtingsschroef.
Nom.verm.
X
kW
mm
23
830
28
900
19
Y
mm
616
686