Gebruikersvoorschrift
MICRON-COMBI
ALGEMEEN
Dit c.v.-toestel is voorzien van een warmtewisselaar,
waarin extra warmte uit de verbrandingsgassen wordt
teruggewonnen. Het onder bepaalde omstandigheden
gevormde kondensatie-water wordt door een afvoerlei-
ding naar het riool afgevoerd. Deze afvoerleiding mag
nooit afgestopt of gewijzigd worden! Een ventilator zorgt
voor het afvoeren van de verbrandingsgassen, omdat
deze zover zijn afgekoeld, dat de thermische trek onvol-
doende is geworden. De ventilator gaat pas draaien op
het moment dat er warmtevraag is. Wanneer de drukver-
schilsensor voldoende luchttransport signaleert, wordt
de ontsteking vrijgegeven en het gasblok geopend.
Indien de ketel buiten bedrijf gesteld wordt, moet de
ketel bij bevriezingsgevaar overeenkomstig de informatie
van de installateur afgetapt worden. De pompschakelaar
kunt u gebruiken om de pomp kontinu te laten lopen
(winter-stand (1)), of alleen tijdens bedrijf (zomerstand
(0)). Zie voor de juiste positie nevenstaande tabel en de
onderstaande tekening.
ZO STELT U UW C.V.-TOESTEL IN BEDRIJF
1. Kontroleer of de waterdruk voldoende is (minimaal 0,8
bar, zonodig bijvullen tot ± 1,5 bar).
2. Kontroleer of het kunststof dopje van de automatische
ontluchter is losgedraaid.
3. Ontlucht de tapboiler (na lange buiten bedrijfstelling).
4. Stel de boilerschakelaar in op stand '0' (boiler uit).
5. Open de gashoofdkraan.
6. Schakel de elektrische voeding van het toestel in. Bij
onjuiste aansluiting (fase/nul verwisseling) gaat het
kontrolelampje op de printplaat van de beveiligings-
automaat branden, hetgeen zichtbaar is tussen de
manometer en de bemanteling door. In dit geval de
steker omdraaien.
7. Stel de kamerthermostaat in op de gewenste tempe-
ratuur; bij warmtevraag zal het bedrijfslampje (afb. 1,
pos. 1) gaan branden.
8. De cirkulatiepomp gaat draaien. Bij voldoende water-
doorstroming gaat het lampje (afb.1, pos. 2) branden.
9. Na een inschakelvertraging van 5 sek. begint de venti-
lator te draaien; dit wordt kontinu gekontroleerd d.m.v.
de drukverschilsensor.
Het bedrijfslampje van de ventilator (afb. 1, pos. 3)
gaat branden, zodra er voldoende luchttransport is.
ZO STELT U UW C.V.-TOESTEL BUITEN BEDRIJF
1. Sluit de gashoofdkraan.
2. Schakel de elektrische voeding t.b.v. het toestel uit.
Boilerschakelaar
Dit toestel is voorzien van een boilerschakelaar om bij
lange afwezigheid van de bewoners de boiler uit te
schakelen.
Pompschakelaar
Toesteluitvoering
MICRON-COMBI,
met kamerthermostaat
MICRON-COMBI,
met weersafhankelijke
regeling en/of
vloerverwarming
MICRON-COMBI,
met thermostatische
radiatorkranen
Hierna wordt de ontsteking vrijgegeven, waarna de
gasklep geopend wordt. Bij een 1e inbedrijfstelling is
het mogelijk dat het toestel enige (max. 3) herstarts
uitvoert in verband met lucht in de gasleiding.
10. Stel de pompschakelaar in op de gewenste stand.
Stand '1': pomp kontinu
Stand '2': pomp uit.
11. Stel de boilerschakelaar in op de gewenste stand.
Afb. 1 Kontrole- en bedieningspaneel
LET OP!
Denk om bevriezingsgevaar!
Bij lage temperaturen is het aan te bevelen de c.v.-
installatie op verlaagde temperatuur in bedrijf te laten
i.v.m. bevriezingsgevaar.
stand pompschakelaar
in de winter
in de zomer
0
0
1
0
1
0