Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
4
Installatie
In het algemeen moeten de installatievoor-
schriften van de fabrikant van het aggregaat
of de installatie worden nageleefd.
Informeer zo nodig bij de producent van het
aggregaat of bij de leverancier.
WAARSCHUWING!
Als de installatie in gebruik wordt ge-
nomen terwijl de thermostaat niet is
vastgeschroefd, dan stroomt er re-
gelmedium naar buiten.
Gevaar voor letsel en schade.
De behuizing is pas afgesloten als de
thermostaat is gemonteerd. Schroef
het werkzame element vast aan het
ventiel. Open daarna de afsluiters.
3
2
1
Temperatuurregelaar
2
Vuilfilter
3
Afsluiter
Afbeelding 3:
Installatievoorbeeld type 1 of type 4 (installatieschema) · Inbouwplaats temperatuursensor
8
1
3
Warmtewisselaar
4.1 Het ventiel installeren
Let er bij de keuze van de inbouwplaats op
dat de regelaar na de inbouw goed bereik-
baar is.
Aanwijzing:
Bouw een temperatuurregelaar niet
in tussen een drukreduceer en de bij-
behorende aansluiting van de stuur-
leiding.
Pijpleiding zorgvuldig spoelen en reinigen
voordat u de temperatuurregelaar installeert.
Bouw voor de regelaar daarom een vuil fi lter
in (zie "4.1.1 Vuilfilter" op pagina 9),
omdat anders afdichtingsdeeltjes, lasresten
of andere verontreinigingen in het medium,
ertoe kunnen leiden dat het ventiel niet juist
functioneert en vooral dat het niet goed af-
sluit.
Temperatuursensor
onder omstandig-
heden toegestaan
EB 2111/2112/2113/2121/2123
Montage sensor
correct!
foutief!
Advertenties
Inhoudsopgave
