Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Keuze Surround Functies; Digitale Audio Weergave - Harman Kardon AVR 155 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u
de Dolby Headphone functie gebruiken wat meer-
ruimte geeft aan het luisteren met hoofdtelefoon.
Druk op Dolby Functie M of op Surround
Funtiegroep 5 om te kiezen uit de drie Dolby
Headphone functies.

Keuze Surround Functies

Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 155 is de mogelijkheid een volledig meer -
kanaals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma's en standaard stereo en zelfs mono
programma's.
Voorbeeld: CD's, films of TV-programma's die het
logo dragen van één van de belangrijke surround
coderingsprocessen, zoals Dolby Surround, die-
nen afgespeeld te worden hetzij in de Dolby Pro
Logic II Movie (bij film) of Music (bij muziek) sur-
round functie, met een willekeurige DTS Neo:6
functie of de exculsieve Harman Kardon Logic 7
Movie Functie, zodat een breedbandig 5.1 kana-
len surround signaal wordt verkregen van sur-
round gecodeerde programma's bij een stereo
links/rechts signaal, precies zoals het was opge-
nomen; anders gezegd, het geluid van links ach-
ter hoort u alleen aan die zijde. Nadere details in
de tabel op pagina 30-31.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
'D.D. 2.0' nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur-
round worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op deze pagina).
Voor een breed en omringend geluid en duide -
lijke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering ver -
geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma
in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met
surround geluid kunnen op elke analoge wijze
worden gedecodeerd: Pro Logic II Cinema,
Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer
ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal-
TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor-
den er steeds meer TV-programma's, sportuitzen-
dingen, hoorspelen en muziek-CD's opgenomen
met surround geluid. U kunt een overzicht van
deze programma's bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II Music,
DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced
functie uitstekende surround weergave biedt,
door gebruik te maken van de natuurlijke sur-
round in formatie die in alle stereo-opnamen
aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma's zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5 kanaals
stereo functies (vooral effectief met oudere 'extre-
me' stereo opnamen) en met monoprogramma's
raden we aan de Theater of Hall functies te pro-
beren.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep 5 tot de gewenste hoofdgroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie 9 om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func-
tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby M,
DTS Surround N, DTS Neo:6 T, Logic 7
O, Stereo S of DSP Surround A.
De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver-
schijnt de functie van die groep die actief is, dan
wel de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende func-
ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de display Ò en in-
beeld verschijnt.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een
blauwe LED oplichten naast de gekozen functie
bij de Surround Functie ( in de display.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf-
hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals directe ingangen in
gebruik zijn, is er geen surround processing, daar
deze ingangen de analoge signalen gebruiken
van een extra, externe DVD-Audio of SACD-spe-
ler, dan wel een ander apparaat, die regelrecht
naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
in de display Ò
SURROUND OFF
verschijnt.

Digitale Audio Weergave

Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts
ten opzichte van het oude analoge surround sys-
teem zoals Dolby Pro Logic. Het levert vijf discrete
kanalen: links front, center, rechts front, links sur-
round en rechts surround.
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie-
bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk
groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-
afstand. Bovendien hebben digitale systemen de
mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe-
ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het
'.1' kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u
deze systemen beschreven ziet als "5.1" bijvoor-
beeld. Het baskanaal is gescheiden van de andere
kanalen, maar aangezien de bandbreedte opzette-
lijk beperkt is, hebben technici er die specifieke
benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en
satellietuitzendingen. Het maakt deel uit van het
nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR te gebruiken met de
Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de
RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu-
lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van
de demodulator aan op de optische of coax
ingangen RN*Ó van de AVR.
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs
is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1
audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby
Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere
methoden om de signalen te coderen en hebben
daarom andere decoders nodig om de digitale sig-
nalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde
DVD's en LD's beschikbaar, en op speciale alleen
voor audio bestemde DTS CD's. U kunt elke LD,
DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit-
gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale
audio-CD's met de AVR af te spelen, maar DTS-
LD's en DTS-DVD's kunnen alleen op resp. LD-
spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U
hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de
optische of coax ingangen RN *Ó van de
AVR.
Om DVD's die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS-
DSP
signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD's af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want
sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet door-
®
) is
BEDIENING 33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave