schroeven die het geheel aan de zijkant van de
verwarming vastzetten en haal de thermostaat in
zijn geheel uit de verwarming.
Controleer of de bimetaalspiraal en de behuizing
intact zijn, reinig deze indien nodig met een zachte
borstel.
Afgassysteem
Controleer of de rookgasafvoer in goede staat
verkeert, of deze goed ondersteund wordt, of er
geen verstoppingen of restricties zijn.
Controleer of alle verbindingen goed afgedicht zijn,
waardoor het vrijkomen van verbrandingsproducten
wordt voorkomen.
Controleer de condensafvoer als deze aanwezig is.
Controleer op tekenen van binnendringend water en
schade als gevolg hiervan.
Afgasafvoer
Controleer of de rookgasventilator schoon is en er
geen stofafzettingen op zitten
Luchtdrukverschilschakelaar
Controleer of de leidingen aangesloten zijn en er
geen stof in zit.
Controleer of deze niet geknikt of beschadigd zijn.
Controleer of de elektrische aansluitingen intact zijn.
Ventilator en motor compleet
Controleer of de ventilator vast zit en vrij kan
draaien zonder overmatige speling in de as. De
ventilatorbladen en motor dienen met een zachte
borstel te worden gereinigd.
Controleer dat de lagers geen tekenen van
overmatige slijtage vertonen.
Merk op dat deze lagers niet gesmeerd hoeven te
worden.
Hoofd-ventilatormotor
Verwijder het toegangspaneel. Stof en ander
vreemd materiaal dient te worden verwijderd door te
blazen met perslucht en met een zachte borstel en
doekje. Vochtige doekjes mogen worden gebruikt
om hardnekkig vuil van de motorbehuizing te
verwijderen.
Sporen van overtollig smeermiddel die uit de lagers
lopen dienen ook te worden verwijderd.
Als motoren smeernippels hebben, dienen de lagers
te worden gesmeerd met het juiste type
smeermiddel. Motoren die geen smeernippels
hebben, hebben verzegelde lagers die tijdens de
fabricage worden gesmeerd voor de gehele
levensduur.
De elektrische verbindingen dienen als volgt te
worden gecontroleerd:
Het deksel van de aansluitdoos dient te worden
verwijderd door de schroeven die het op zijn plaats
houden los te draaien. Controleer de verbindingen
op tekenen van roest, vastheid en zorg dat er geen
losse draadjes zijn die kortsluiting zouden kunnen
veroorzaken. Indien nodig reinigen, vastdraaien en
vervangen. Plaats het deksel terug en zet deze
vast.
Hoofdventilator
Verwijder stof en ander vreemd materiaal door met
perslucht te blazen of met een zachte borstel.
Controleer dat de lagers geen tekenen van
overmatige slijtage vertonen. Merk op dat deze
lagers niet gesmeerd hoeven te worden.
Merk op dat dit verzegelde lagers zijn; als deze
versleten zijn, dient de gehele ventilatoreenheid te
worden vervangen. Hiervoor dient onderstaande
procedure te worden gevolgd:
(a) Haal de spanning van de riem(en) en verwijder
deze.
(b) Schroef de ventilator los en haal deze uit de
verwarming
(c) Verwijder de conische borging en schijfriem
(d) Plaats conische borging en schijfriem op nieuwe
ventilator
(e) Plaats deze terug in de verwarming en schroef
deze vast.
(f) Plaats de riemen terug.
(g) Draai met de hand om te controleren of de
ventilator vrij kan bewegen.
Riemschijven
Controleer met een rechte rand de uitlijning van de
riemschijven. Verstel indien nodig één of beide
riemschijven en de ventilatormotor.
Controleer op overmatige slijtage in de voet en
zijkanten van de groeven en controleer op andere
tekenen van slijtage of schade. Vervang indien
nodig de riemschijf als volgt:
(a) Haal de spanning van de riemen en verwijder
deze.
(b) Haal de conische borging los door de
borgschroeven enkele slagen los te draaien.
24