Inhoudsopgave
Advertenties
4.0 Onderhoud
Waarschuwing
Het is een vereiste dat alleen gekwalificeerd
personeel de installatie, inbedrijfstelling of
onderhoud mogen uitvoeren.
Daarnaast mogen alleen door de fabrikant
aanbevolen reserveonderdelen worden geplaatst,
en de installateur dient een lijst met aanbevolen
reserveonderdelen te leveren die verkrijgbaar zijn
via de fabrikant of zijn vertegenwoordiger (zie
paragraaf 8).
Alvorens onderhoudswerk uit te voeren, dient de
verwarming te worden uitgezet en af te koelen. De
gastoevoer en elektrische voeding dient ook te
worden uitgezet bij respectievelijk de toevoerkraan
en isolator.
Test altijd op gasdichtheid na het voltooien van
onderhoudswerk, vooral als hiervoor
gasdragende onderdelen zijn verwijderd en/of
vervangen.
Men wordt geadviseerd om frequent routine-
inspecties uit te voeren; onderhoud dient ook
regelmatig te gebeuren en volgens de
aanbevelingen van de fabrikant, d.w.z. met een
maximale tussenperiode van één jaar. Voor
bepaalde toepassingen dient de
onderhoudsfrequentie te worden verhoogd. Dit
wordt grotendeels bepaald door de werkomgeving;
zowel de fabrikant als de installateur kunnen
hierover verder advies bieden.
Reinig alle toegankelijke oppervlakken, inclusief
de buitenkant van de buiswarmtewisselaar door
het achterpaneel te verwijderen.
Controleer het paneel op schade en controleer of
alle bevestigingsmiddelen aanwezig zijn en vast
zitten.
Controleer visueel alle elektrische bedrading op
tekenen van schade, eventueel door contact met
hete oppervlakken, controleer leidingen op
tekenen van schuren en of deze goed vast zitten.
Controleer of alle aansluitingen goed vast zitten
en er geen losse geleidingsdraden aan zitten.
4.1 Onderhoudsprocedure -
Hoofdcomponenten
Warmtewisselaar
Verwijder het achterpaneel en voer een visuele
inspectie uit van de buiswarmtewisselaar met een
inspectielamp en -spiegel.
Controleer naden en verbindingen op perforaties.
Controleer op ernstige roestvorming en splijting in
de warmtewisselaar.
Controleer dat er geen verstoppingen zijn en dat er
geen overmatige roetafzetting is in de buizen van
de warmtewisselaar.
Verwijder indien nodig het branderspruitstuk,
waardoor u toegang krijgt voor reiniging met een
flexibele rookgasafvoerborstel en stofzuiger.
Waarschuwing
Als de warmtewisselaar geperforeerd blijkt te zijn,
mag de verwarming niet worden aangezet totdat
een vervangende warmtewisselaar is geplaatst
Verstuivers en spruitstuk
Haal de aansluiting van de gasleiding los.
Verwijder de borgschroeven van het spruitstuk.
Verwijder het spruitstuk en de verstuivereenheid uit
de rechterkant van de verwarming.
Controleer of het spruitstuk recht is, de verstuivers
correct uitgelijnd zijn en of ze schoon zijn, en of er
geen vervuiling de holtes blokkeert. Reinig deze
indien nodig voorzichtig met perslucht en/of een
niet-pluizend doekje en aceton.
Let op
De verstuiverholte is nauwkeurig gemaakt volgens
nauwe toleranties; reinig deze niet met harde,
scherpe of schurende instrumenten. Als de
verstuivers uit het spruitstuk zijn verwijderd, dient
men bij het terugplaatsen erop te letten dat ze niet
te vast worden aangedraaid.
Zorg dat alle verbindingen gasdicht zijn.
Ventilator- en limietthermostaat
Open het voorpaneel om toegang te krijgen.
Verwijder de borgschroef uit het deksel, verwijder
de afdekplaat en haal de kabels los. Verwijder de
23
Advertenties
Inhoudsopgave
