Bij de start activeert het signaal de afgasafvoer
voor een voorspoelperiode en sluit op zijn beurt de
luchttestschakelaar. Zodra deze gesloten is, maakt
de luchttestschakelaar het circuit naar de regelkast
compleet en na een vertraging van 40 seconden
zou de automatische regeling moeten proberen de
brander te ontsteken. Omdat het gas uit staat en
de vlam niet kan worden ontstoken, wordt de
regelkast VERGRENDELD.
k) Reset de regeling nadat de test zonder gas is voltooid.
l) Open de gaskraan.
m) Bedien de verwarming via het geïnstalleerde
regelsysteem.
De afgasafvoer spoelt de verwarming voor en bedient
op zijn beurt een luchttestschakelaar, die het circuit naar
de regelkast compleet maakt. Na een vertraging van 40
seconden opent het regelsysteem de elektromagnetische
gasklep en wordt de hoofdbrander ontstoken.
Men kan de vlam zien bij het branderspruitstuk;
controleer of de brander een goede vlam geeft, d.w.z.
gelijkmatig en stabiel.
n) Controleer de drukwaardes op de manometers en laat
de verwarming 10 minuten lang aan staan.
o) Zorg als de ventilator start dat de draairichting
correct is en dat de ventilator binnen 2 minuten na het
ontsteken van de brander start.
Let op
Als de ventilator niet binnen circa 2 minuten start
en de verwarming oververhit raakt, zal deze
stoppen door het circuit naar de gasklep te
onderbreken. Men dient de reden hiervoor vast te
stellen en op te lossen alvorens de brander
opnieuw aan te steken.
Zodra de limietthermostaat is geactiveerd, dient
deze handmatig te worden gereset voordat men de
brander opnieuw kan ontsteken.
p) Controleer na 10 minuten of de branderkopdruk
voldoet aan de specificatie - stel deze indien nodig
bij door de afstelkap van de gasdruk te verwijderen
en met een schroevendraaier de stelschroef op de
regelaar als volgt te draaien: Rechtsom om te
verhogen. Linksom om te verlagen.
q) Controleer of de gasdruk voldoende blijft voor
alle toestellen op hetzelfde circuit.
r) Voer verbrandingstesten uit, waarbij CO, CO
efficiëntie worden gecontroleerd (zie paragraaf
7.0). CO dient niet meer dan 20 ppm te zijn.
s) Controleer of de branders uitgaan als de
thermostaat op de laagste stand wordt gezet,
verwijder dan de manometers.
t) Draai de thermostaat naar de hoogste stand om
de brander opnieuw te ontsteken en plaats het
deksel van de stelschroef terug.
Markeer na afloop de stelschroef van de
gasklep met verf/afdichtmiddel om geknoei
met de klep te voorkomen
u) Draai de thermostaat naar de laagste stand en
zet de gastoevoer uit bij de gasregelklep; laat de
ventilator draaien totdat de verwarming voldoende
is afgekoeld zodat de ventilator wordt uitgezet.
v) Zet de voeding uit.
w) Sluit het zijpaneel.
x) Zet de thermostaat op de gewenste stand.
y) Zorg dat de gebruiker bekend is met de
verwarming en het regelsysteem, en dat de
gebruiker tevreden is met de inbedrijfstelling en
tests, en dat deze bekend is met de instructies in
de handleiding.
De inbedrijfstellingsmonteur wordt dringend
geadviseerd om vóór de oplevering door het
ontsteken, afsluiten en algemeen veilig en efficiënt
gebruik van de verwarming te lopen.
Na afloop van de inbedrijfstelling dienen de
ventilatorriemen te worden gecontroleerd op
de juiste spanning
3.4 Oplevering
Nadat de inbedrijfstelling en tests naar
tevredenheid zijn voltooid, dient er in het logboek
dat door de inbedrijfstellingsmonteur samen met
de gebruiksaanwijzing bij de verwarming wordt
achtergelaten een notitie te worden gemaakt van
de inbedrijfstellingsinformatie (naam
contactpersoon, datum, etc.).
Op hetzelfde moment dient de gebruiker te worden
geïnformeerd over de efficiëntste en zuinigste
bedieningsmethodes.
De gebruiker dient bekend te zijn met en tevreden
te zijn over de veiligheids-, onstekings-, afsluitings-
en algemene bedieningsprocedures .
en
2
22