Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Binnen Een Machineruimte Of Omsloten Ruimte Geïnstalleerde Verwarmingen - Reznor PV Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

die verwarmde ruimte minder dan 0,5
luchtverversingen per uur is en de installateur er
de voorkeur aan geeft om de verwamde ruimte
mechanisch te ventileren in plaats van
ventilatieopeningen te maken, dan
• Dient de verwarmde ruimte mechanisch te
worden geventileerd zodat de
ontwerpluchtverversing 0,5 verversingen per uur
of meer is.
• Het is een vereiste dat de mechanische
ventilatie van het 'invoer'-type is met natuurlijke of
mechanische afzuiging.
• Systemen voor mechanische afzuiging met een
natuurlijke inlaat dienen niet te worden gebruikt.
• Er moet een automatisch systeem worden
geplaatst dat de verwarming(en) op veilige wijze
stopt als de mechanische luchttoevoer om welke
reden dan ook uitvalt
2.3.2 Binnen een machineruimte of
omsloten ruimte geïnstalleerde
verwarmingen
Een machineruimte is een ruimte waar de
verwarmingsmachine in staat en eventueel
andere machines voor gebouwfaciliteiten en biedt
in het algemeen ruim voldoende plaats voor
onderhoud.
Er is sprake van een omsloten ruimte als de
verwarming is geïnstalleerd in een compartiment
of afgesloten ruimte waar de ruimte beperkt is.
Als verwarmingen worden geïnstalleerd in een
machineruimte of omsloten ruimte, dient men
voor faciliteiten te zorgen voor verbrandingslucht
en/of lucht voor algemene ventilatie m.b.v. hoge
en lage ventilatieopeningen (zie paragraaf 2.3.2.1
en 2.3.2.2 voor toepassingen in machineruimtes
en paragraaf 2.3.2.3 en 2.3.2.4 voor toepassingen
in omsloten ruimtes).
Als alternatief kan de machineruimte of omsloten
ruimte mechanisch worden geventileerd (zie
paragraaf 2.3.2.5).
2.3.2.1 Natuurlijke ventilatieopeningen
naar machineruimtes voor dichte
kamerverwarmingen
Voor toepassingen in machineruimtes hangt de
minimale vrije ruimte voor ventilatieopeningen
ervan af of de verwarmingen worden geïnstalleerd
in dichte kamermodus (d.w.z. met een positieve
verbinding met de buitenlucht voor zowel
rookgasafvoer als verbrandingslucht).
Of met alleen een rookgasafvoer (m.a.w. zonder
de positieve verbinding met de buitenlucht of een
kanaal voor verbrandingslucht)
Als de verwarmingen worden geïnstalleerd in een
machineruimte en in dichte kamermodus (d.w.z.
met een positieve verbinding met de buitenlucht
voor zowel rookgasafvoer als verbrandingslucht),
dient de minimale vrije ruimte van de
ventilatieopening als volgt te zijn:
• Op hoog niveau 5 cm
ingevoerde warmte.
• Op laag niveau 5 cm
ingevoerde warmte.
De hoge ventilatieopening dient zich op een
buitenmuur te bevinden en zo hoog mogelijk te
worden geplaatst, altijd binnen de hoogste 15%
van de muurhoogte.
De lage natuurlijke ventilatieopeningen dienen zich
op een buitenmuur te bevinden en dienen zich
binnen 1000 mm van het vloerniveau te bevinden
voor aardgas en idealiter op vloerniveau voor
propaan-installaties, maar in elk geval niet hoger
dan 250 mm.
Onderstaande tabel geeft specifieke data voor elk
verwarmingsmodel –
Minimale vrije ruimte ventilatieopening
Model
30
50
72
95
120
145
10
2
voor elke kW nominaal
2
voor elke kW nominaal
Hoog
Laag
2
cm
cm
160
160
267
267
394
394
527
527
656
656
787
787
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pv 30Pv 50Pv 72

Inhoudsopgave