u LET OP: Voer de wateraansluiting met een vlakke afdichting
uit ter bescherming tegen corrosie. Zoom de aansluitingen
niet om. Sluit de meegeleverde buis aan op de koudwater-
toevoer (c01) en de warmwateruitloop (c06). Gebruik daar-
toe de dichtingen, isolatiehulzen en wartelmoeren.
u Installeer een aftapkraan op de laagste positie van de koud-
watertoevoer.
u Installeer een veiligheidsventiel.
Veiligheidsventiel
– De afvoer van het veiligheidsventiel mag niet afsluitbaar
zijn.
u Dimensioneer de afvoerleiding zodanig dat het water bij
een volledig geopend veiligheidsventiel ongehinderd kan
worden afgevoerd.
u Controleer of de afvoerleiding van het veiligheidsventiel is
geopend in de richting van openlucht.
u Plaats de afvoerleiding van het veiligheidsventiel met een
constante gradiënt in een vorstvrije ruimte.
u Er treedt expansiewater uit het veiligheidsventiel. Zorg er-
voor dat het expansiewater in een afvoerbak kan druppelen,
bijv. in een bekken of een trechter.
u Installeer een veiligheidsventiel (850 kPa) in de koudwater-
toevoer.
Reduceerventiel
u De maximale druk in de koudwatertoevoer moet minimaal
20% onder de aanspreekdruk van alle veiligheidsventielen
liggen. Als de maximale druk in de koudwatertoevoer hoger
is, installeert u een reduceerventiel.
u Stel het reduceerventiel in op 680 kPa.
Circulatie
Het rendement van toestel daalt door de warmtever-
liezen van de circulatieleiding en het elektriciteits-
verbruik van de circulatiepomp. Het koud geworden
water van de circulatieleiding wordt vermengd met
de inhoud van het reservoir.
u Laat, indien mogelijk, de circulatieleiding weg.
u Wanneer u een circulatieleiding moet installe-
ren, bestuurt u de circulatiepomp thermisch of
op tijd. Gebruik de circulatiepomp niet in het
continubedrijf.
u Indien nodig, installeert u een circulatieleiding.
u Isoleer de circulatieleiding.
7.4
Condensaatafvoer
ü De diameter van de condensaatafvoerslang is groter dan de
diameter van de condensaatafvoerbocht.
u Sluit de condensaatafvoerbocht aan op de aansluiting voor
de condensaatafvoer (d45).
u Sluit een condensaatafvoerslang aan op de condensaataf-
voerbocht.
u Gebruik een condensaatpomp, als de gradiënt onvoldoende
is.
u Installeer een sifon.
u Installeer de condensaatafvoer met een vrije uitloop boven
de sifon. De condensaatafvoer moet naar de atmosfeer geo-
pend zijn.
www.stiebel-eltron.com
Ingebruikname (installateur)
8
Ingebruikname (installateur)
u Wanneer u het toestel horizontaal transporteert of hebt op-
geslagen, moet u het toestel voor de ingebruikname mini-
maal een uur staand laten rusten.
u Als u het toestel niet vorstvrij hebt opgeslagen, controleert
u of de veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd (zie
hoofdstuk Veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten
[} 17] ).
8.1
Drinkwaterboiler vullen
u Sluit de aftapkraan.
u Om het leidingsysteem te ontluchten, opent u alle warmwa-
ter-tappunten en de afsluitklep in de koudwatertoevoer.
u Zodra er water uittreedt, sluit u de warmwater-tappunten.
u Open het veiligheidsventiel totdat er water uittreedt.
8.2
Elektrische aansluiting
ü De drinkwaterboiler is gevuld.
u Installeer een aardlekschakelaar (RCD).
u Als de stroomkabel te kort is, gaat u als volgt te werk:
– Klem de stroomkabel in het toestel af.
– Verleng of vervang deze door een langere stroomkabel.
– Leid de stroomkabel waterdicht door de kabelgeleiding.
u Sluit het toestel overeenkomstig het volgende hoofdstuk
aan.
8.2.1 Standaardaansluiting zonder externe signaalgever
u Steek de stekker van het toestel in een wandcontactdoos
met randaarde.
8.2.2 Aansluitvariant: werking met externe schakelinrichting,
die de stroomvoorziening van het toestel onderbreekt
u Ontgrendel de schakelkast aan de onderzijde.
D0000117573
u Schuif de afdekking van de schakelkast licht naar onder en
verwijder deze.
WWK-I Plus |
9