19
|
Inbedrijfstelling
19 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
19.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
19.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
76
OPMERKING
Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit
hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin
Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit
hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapportering
tijdens de inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
19.1
Overzicht: Inbedrijfstelling .....................................................................................................................................................
19.2
Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling.......................................................................................................................
19.3
Checklist voor de inbedrijfstelling ..........................................................................................................................................
19.4
Proefdraaien ...........................................................................................................................................................................
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het
systeem na de installatie in gebruik te stellen.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren.
2
Het systeem testen.
INFORMATIE
Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen
vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen
wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig
heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of druksensoren/-schakelaars.
Anders kan er brand in de compressor ontstaan.
OPMERKING
Werk de koelmiddelleiding van de unit ALTIJD volledig af voordat u de unit gebruikt.
Anders raakt de compressor defect.
OPMERKING
Koelstand. Laat het systeem proefdraaien in de koelstand om afsluiters die niet
openen te detecteren. Zelfs als de gebruikersinterface was ingesteld op verwarmen,
werkt de unit gedurende 2‑3 minuten in de koelstand (terwijl het
verwarmingssymbool op de gebruikersinterface staat), waarna zij automatisch
overschakelt naar de verwarmingsstand.
76
76
77
77
FXFN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P677925-1 – 2021.07