18
|
Elektrische installatie
18.1.3 Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
72
Draadtype
Gevlochten geleider met
rond oog
Aanhaalmomenten
Bedrading
Voedingskabel
Transmissiekabel (F1, F2)
Kabel gebruikersinterface
▪
De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet langer zijn dan de
andere draden.
Onderdeel
(a)
Voedingskabel MCA
Spanning
Fase
Frequentie
Draaddikten
Transmissiebedrading
Kabel gebruikersinterface
Aanbevolen lokale zekering
Reststroomonderbreker
(a)
MCA=Minimum circuitampère. De opgegeven waarden zijn maximumwaarden (zie
elektrische data van combinatie met binnenunits voor precieze waarden).
Methode
c b
B
B
a
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
Toegelaten
NIET toegelaten
Schroefmaat
M4
M3,5
Klasse
50
0,3 A
220~240 V
50/60 Hz
2
2,5 mm
(3-aderige kabel)
H07RN-F (60245 IEC 66)
0,75 tot 1,25 mm² (2-aderige kabel)
H05RN-F (60245 IEC 57)
binnenunit↔buitenunit - maximum 1000 m
(totale draadlengte 2000 m)
binnenunit↔gebruikersinterface - maximum
500 m
Moeten voldoen aan de toepasselijke wetgeving
a
b
c
Aanhaalmoment (N•m)
1,2~1,4
0,79~0,97
71
112
0,6 A
1,2 A
1~
6 A
FXFN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P677925-1 – 2021.07