Storing
In de keuken ruikt het
naar gas.
Apparaat werkt niet.
Brander ontsteekt
niet.
Brander ontsteekt
niet. De lichtring knip-
pert afwisselend
oranje en wit.
De brander ontsteekt
niet tijdens het in-
schakelen. De licht-
ring achter de bedie-
ningsknop knippert
afwisselend geel en
magenta.
Brander gaat na het
ontsteken direct uit.
Oorzaak en probleemoplossing
Gasleiding naar het apparaat is ondicht.
1.
Ventileer de ruimte.
Neem contact op met de gasleverancier.
2.
Netstekker van de stroomkabel is niet ingestoken.
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
▶
De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
▶
Veiligheidsuitschakeling is geactiveerd.
Draai de bedieningsknop op 0.
1.
Schakel het apparaat weer in.
2.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
De brander met een lucifer of een aansteker aansteken.
▶
Bij een stroomuitval functioneert het apparaat niet.
Stroomuitval in het huishouden: na een stroomuitval blijft het apparaat vanwege veiligheids-
redenen uitgeschakeld.
Draai de bedieningsknop op 0.
1.
Schakel het apparaat indien nodig weer in.
2.
Veiligheidsuitschakeling is geactiveerd.
Draai de bedieningsknop op 0.
1.
Schakel het apparaat indien nodig weer in.
2.
Branderonderdelen zijn verkeerd gepositioneerd.
Plaats de branderonderdelen precies en recht.
1.
Zorg ervoor dat de vergrendelingsstukken in de uitsparingen vastklikken.
2.
Branderonderdelen zijn nat.
Droog de branderonderdelen zorgvuldig.
▶
Tussen de ontstekingskaars en de brander bevinden zich voedingsresten of verontreinigin-
gen.
Reinig de tussenruimte tussen ontstekingskaars en brander.
▶
Veiligheidsventiel van de gasleiding is gesloten.
Open het veiligheidsventiel van de gasleiding.
▶
Gasfles is leeg.
U dient de gasfles te vervangen.
▶
Lucht in de gasleiding na eerste aansluiting of vervangen van de fles.
Draai de bedieningsknop op 0.
1.
Ontsteek de brander opnieuw.
2.
Herhaal indien nodig de ontsteking meerdere keren.
3.
Fout in het elektronisch systeem.
Draai de bedieningsknop op 0.
1.
Ontkoppel het apparaat een minuut van het stroomnet door de zekering uit te schakelen
2.
of de stekker uit het stopcontact te trekken.
Sluit het apparaat opnieuw aan.
1.
a De lichtring aan de bedieningsknop is enkele seconden groen en vervolgens geel ver-
licht.
Wacht tot de lichtring uitgaat.
2.
3.
Zet de bedieningsknop op een willekeurige kookstand.
De bedieningsknop opnieuw op 0 draaien.
4.
Bedieningsknop niet voldoende lang ingedrukt.
Houd de bedieningsknop na het ontsteken enkele seconden ingedrukt.
1.
Druk de bedieningsknop stevig in.
2.
Openingen aan de brander zijn verontreinigd.
Openingen aan de brander schoonmaken en drogen.
▶
Storingen verhelpen nl
13