6
Gebruik
6.1
Functies van alle toetsen / indicaties
(1)
Led bedrijfsklaar
(2)
Led alarm
(3)
Uitzetten van het akoestische alarm
(4)
Led pomp 1
(5)
Pomp 1 AAN / UIT
(6)
Pomp 2 AAN / UIT
Terugstuwpompinstallatie Duo-variant (2 pompen)
(7)
Led pomp 2
(8)
"OK": bevestigen
(9)
naar beneden bladeren
(10)
"ESC": terug
(11)
naar boven bladeren
6.2
De installatie inschakelen
Alle terugslagkleppen moeten tijdens het bedrijf correct functioneren.
De afsluiter moet tijdens bedrijf altijd zijn geopend en met een beschermingsbeugel zijn vergrendeld.
Sluit de stekker van de besturingskast aan.
Na een succesvolle systeemtest verschijnt er informatie over de installatie in het menu
gaan groen branden.
De installatie is bedrijfsklaar.
6.3
Alarmtoestanden
Als er een alarm optreedt (bijv. bij een pompfout of omdat
het vulpeil van afvalwater het alarmniveau bereikt) gaat de
alarmled (2) branden.
Op het scherm wordt eventueel een storingsmelding in dui-
delijke bewoordingen weergegeven.
De oorzaak van het alarm wordt verholpen.
Schakel het akoestisch alarm uit: houd de knop (3) onge-
veer 1 s ingedrukt.
Bevestig het alarm: houd de knop (3) minstens 5 s inge-
drukt.
6.4
De installatie uitschakelen
Ontkoppel de netaansluiting van de besturingskast.
Er klinkt een alarmsignaal en de alarmled knippert.
Schakel het akoestisch alarm uit. Houd de knop Alarm ongeveer 1 s ingedrukt tot het pictogram voor netstroomuitval op
het scherm doorgestreept wordt weergegeven.
Houd de knop Alarm minstens 5 s ingedrukt tot het scherm en de alarmled uitgaan.
De installatie is uitgeschakeld.
114 / 152
Inbouw- en bedieningshandleiding
|0 Systeeminfo|
. De leds
016-319