U kunt een groot aantal verschillende namen voor externe
printers instellen. Deze worden allemaal naar dezelfde externe
Ethernet-host geleid. Daarnaast wordt aan elk van deze namen
een andere naam voor een lokale printer toegewezen waarnaar
deze moeten worden omgeleid. Verschillende soorten
afdruktaken kunnen naar verschillende printernamen worden
verzonden. Deze worden vervolgens op dezelfde printer
afgedrukt via dezelfde Ethernet-interface maar met verschillende
filters.
De opties voor namen van externe printers waarmee de
verschillende filters worden aangeroepen, zijn:
lpb
Binaire bestanden (geen filters)
lpa
ASCII-bestanden (regelterugloop bij
regeleinden)
lpbf
Binair bestand met paginadoorvoer bij
bestandseinde
lpaf
ASCII-bestand met paginadoorvoer bij
bestandseinde
Alle andere opties voor namen van externe printers worden op
dezelfde manier als lpb verwerkt.
Hier volgt een voorbeeld van het via lpr verzenden van het
tekstbestand "txtfile" met een toegevoegde paginadoorvoer:
% lpr -plpaf txtfile
209