2. Klik op de knop Eigenschappen (Properties).
3. Controleer of Client voor Microsoft-netwerken (Client for
Microsoft Networks) is geïnstalleerd. Indien nodig klikt u op
Installeren (Install) om dit onderdeel te installeren.
4. Voer de opdrachtprompt uit en typ de volgende opdracht.
NET USE printer port: \\NetBIOS-naam van
netwerkinterface\Apparaat naam van netwerkinterface
Poort selecteren
1. Klik op Start en selecteer Printers en faxapparaten (Printers
and Faxes).
2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en
selecteer Eigenschappen (Properties).
3. Klik op het tabblad Poorten (Ports) en selecteer de poort die
u hebt ingesteld met de opdracht NET USE.
Windows NT 4.0
Voor Windows NT 4.0 verschilt de procedure voor de installatie
van de printerdriver, afhankelijk van de gewenste
afdrukmethode. Afdrukken met EpsonNet Print wordt
aanbevolen. Zie "Voor gebruikers van Windows XP/2000/Server
2003/NT 4.0" op pagina 161.
Afdrukken via LPR
Opmerking:
Als u EpsonNet Print gebruikt, wijkt de installatieprocedure af. Zie
"EpsonNet Print" op pagina 159 voor meer informatie.
1. Klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en selecteer
Printers.
110