3. Selecteer het keuzerondje Netwerkafdrukserver (Network
printer server) en klik op Volgende (Next). Het
dialoogvenster Printer verbinden (Connect to Printer)
verschijnt.
4. Selecteer het apparaat dat u wilt configureren in de lijst
Gedeelde printers (Shared Printers). Als u het apparaat
kunt selecteren, voert u in het vak Printer het volgende in:
\\NetBIOS-naam van netwerkinterface\Apparaatnaam van
netwerkinterface
5. Klik op OK.
6. Volg de instructies op het scherm om het apparaat in te stellen.
Zie "Printerdriver installeren" op pagina 113 voor meer
informatie.
Printerdriver installeren
1. Plaats de cd-rom met software die bij het apparaat is geleverd
in de cd-romlezer.
2. Sluit het venster van het installatieprogramma als dat wordt
weergegeven.
3. Klik op de knop Diskette (Have Disk). Het dialoogvenster
Installeren vanaf diskette (Install from disk) verschijnt.
4. Klik op Bladeren (Browse).
5. Selecteer het cd-romstation bij Stations (Drives) en dubbelklik
op de map WINNT40. Klik op Openen (Open).
6. Klik op OK in het dialoogvenster Installeren vanaf diskette
(Install From Disk).
7. Selecteer de modelnaam van het apparaat en klik op
Volgende (Next).
113