Onderhoud
8.1
Deeltjesfilter
WAARSCHUWING
Krachtige magneet!
Kan schadelijk zijn voor dragers van pacemakers.
▶ Reinig het filter niet en controleer de magnetietindicator niet wan-
neer u een pacemaker draagt.
De filter voorkomt, dat deeltjes en verontreinigingen in de warmtepomp
terecht komen. In de loop der tijd kan het filter verstoppen en moet wor-
den gereinigd.
Voor het reinigen van het filter hoeft de installatie niet te worden af-
getapt. Het filter is geïntegreerd in de afsluitkraan.
Filterreiniging
▶ Sluit het ventiel (1).
▶ Schroef de dop (met de hand) af (2).
▶ Filter uitnemen en onder stromend water of met perslucht reinigen.
▶ Controleer de magneet van de dop (3) op vervuiling en maak deze
schoon.
▶ Monteer de filter weer (4). Zorg er voor een juiste montage voor, dat
de geleidingen in de uitsparingen op het ventiel passen.
▶ Schroef de dop weer op (met de hand).
▶ Open het ventiel (5).
1
1.
2.
3
Afb. 19 Filterreiniging
De vuilafscheider moet minstens eenmaal per jaar worden schoonge-
maakt.
24
2
4
5
2.
1.
0010033735-001
Controleer de magnetietindicator
Na de installatie en opstart moet de magnetietindicator regelmatig ge-
controleerd worden. Wanneer veel magnetische vervuiling wordt afgezet
op de magnetische staaf in de deeltjesfilter en deze vervuiling regelmatig
een alarm veroorzaakt door de slechte doorstroming (bijvoorbeeld lage
of slechte doorstroming, of WP-alarm), moet een magnetietfilter (zie lijst
met toebehoren) worden geïnstalleerd om regelmatig aftappen van dit
onderdeel te voorkomen. Een filter verlengt tevens de levensduur van
componenten in de warmtepomp en de overige onderdelen van het ver-
warmingssysteem.
8.2
Vervang componenten
Wanneer componenten moeten worden vervangen, waarvoor de binnen-
eenheid moet worden afgetapt en weer worden gevuld, de volgende
stappen uitvoeren:
1. Schakel de buiten- en binneneenheid uit.
2. Waarborg, dat het automatische ontluchtingsventiel VL1 open is.
3. Ventielen naar cv-installatie sluiten; deeltjesfilters SC1 en ventiel
VC3.
4. Tap het toestel af via een passende afvoer in het systeem.
5. Wacht tot er geen water meer de afvoer instroomt.
6. Onderdelen vervangen.
7. Open de vulkraan VW2 om water de leiding in te laten, die naar de bin-
neneenheid gaat.
8. De vulprocedure net zo lang voortzetten tot uit de afvoer alleen water
naar buiten komt en de binneneenheid geen luchtbellen meer bevat.
9. Sluit de aftapkraan en vul de installatie tot op de manometer GC1
2 bar wordt weergegeven.
10.Sluit de vulkraan VW2.
11.Sluit de voedingsspanning op de buiten- en binneneenheid weer aan.
12.Zorg ervoor, dat de cv-pomp PC1 draait (indien geïnstalleerd).
13.Trek de PWM-aansluiting PC0 los van de primaire circulatiepomp
(PC0), zodat deze met het maximale toerental werkt.
14.Aansluiting PC0 PWM-contact op de primaire circulatiepomp (PC0).
15.Deeltjesfilter SC1 reinigen.
16.Open ventielen VC3 en SC1 van het verwarmingssysteem.
17.Controleer de druk op manometer GC1, bij een druk van minder dan
2 bar via de vulklep VW2 bijvullen.
Compress 3400i AWS – 6721827821 (2023/08)