Installatie
5.5.2
Vullen van de buiteneenheid, binneneenheid en verwar-
mingssysteem
Spoel eerst het verwarmingssysteem. Wanneer de boiler is aangesloten
op het systeem, moet deze worden gevuld met water en ook worden ge-
spoeld.
Vul vervolgens het verwarmingssysteem.
1
Afb. 9
Binneneenheid met externe bijverwarming en cv-installatie
[Z1]
Verwarmingssysteem (zonder mengventiel)
[1]
Externe bijverwarming
[2]
Buiteneenheid
[PC0]
Circulatiepomp primair circuit
[VC1]
Afsluiters verwarmingssysteem
[VC2]
Aftapkraan
[VC3]
Afsluiters verwarmingssysteem
[VL1]
Automatische ontluchter
[GC1]
Manometer
[SC1]
Magnetische deeltjesfilterafsluiter
[VW1]
3-weg omschakelventiel
[VW2]
Vulventiel
Zie afb. 9:
1. Zorg ervoor, dat de voedingsspanning van de buiten- en de binneneen-
heid niet is aangesloten, voordat het systeem volledig is gevuld en ont-
lucht.
2. Activeer de automatische ontluchting van VL1, door de dop een paar
slagen los te draaien, zonder deze volledig te verwijderen.
3. Slang met de aftapkraan VC2 van het verwarmingssysteem verbinden.
4. Ventiel VC3, aftapkraan VC2 en vulventiel VW2 openen, om het ver-
warmingssysteem te vullen.
5. Ga door met water vullen, tot alleen nog water uit de afvoerslang komt.
6. Vul- en aftapkraan VC2 sluiten.
7. Verder vullen, tot de drukweergave GC1 2 bar aangeeft.
8. Ontlucht de bijverwarming conform de handleiding.
9. Indien een boiler is geïnstalleerd, deze ook vullen en ontluchten.
10.Vulventiel VW2 sluiten.
14
VL1
VC3
GC1
VW1
M
SC1
Na het vullen de installatie grondig ontluchten en de luchtfilter reinigen.
▶ Vul de installatie conform deze handleiding.
▶ Sluit de elektrische aansluitingen van het systeem aan conform
hoofdstuk 5.6.
▶ Neem de installatie in bedrijf conform de handleiding van het bedie-
ningspaneel.
▶ Ontlucht het systeem conform hoofdstuk 6.2.
▶ Reinig de luchtfilter conform hoofdstuk 8.1.
VC1
VC2
T
T
PC0
2
VW2
11.Slang van VC2 aftrekken.
12. Hoofdstuk 6.2.
5.5.3
Primaire circulatiepomp (PC0)
De PC0 circulatiepomp (geïntegreerd in CS3400iAWS 10 B) is uitgerust
met een PWM-regeling (toerentalgeregeld). De pompinstellingen worden
op de bedieningseenheid van de binneneenheid overeenkomstig de betref-
fende cv-installatie uitgevoerd ( handleiding bedieningseenheid).
De pompsnelheid wordt automatisch ingesteld, zodat een optimaal be-
drijf wordt bereikt.
5.5.4
Cv-pomp (PC1)
Afhankelijk van de configuratie van de cv-installatie is een pomp nodig, die
volgens de eisen aan debiet en maximale opvoerhoogte wordt gekozen.
Pomp PC1 moet altijd op de installatiemodule van de binneneenheid
conform het schakelschema worden aangesloten.
Maximale last aan het relaisuitgang van de pomp PC1: 2 A, cos > 0,4.
Bij hogere belasting montage van een tussenrelais.
Compress 3400i AWS – 6721827821 (2023/08)
Z1