In bedrijf nemen
6
In bedrijf nemen
6.1
Checklist inbedrijfstelling
1. Voeding op de eenheid.
2. Stel de cv-installatie in bedrijf. Voer daarvoor de benodigde instellin-
gen via de bedieningseenheid uit (handleiding bedieningseen-
heid).
6.2
Ontluchten van de binneneenheid
1
Afb. 18 Binneneenheid met externe bijverwarming en cv-installatie
[Z1]
Verwarmingssysteem (zonder mengventiel)
[1]
Externe bijverwarming
[2]
Buiteneenheid
[PC0]
Circulatiepomp primair circuit
[VC1]
Afsluiters verwarmingssysteem
[VC2]
Aftapkraan
[VC3]
Afsluiters verwarmingssysteem
[VL1]
Automatische ontluchter
[GC1]
Manometer
[SC1]
Magnetische deeltjesfilterafsluiter
[VW1]
3-weg omschakelventiel
[VW2]
Vulventiel
Zie afb. 18:
1. Sluit de voedingsspanning op de buiten- en binneneenheid aan.
2. Zorg ervoor, dat de cv-pomp PC1 draait (indien geïnstalleerd).
3. Trek de PWM-connector PC0 van de cv-pomp PC0 los, zodat deze
met het maximale toerental kan werken.
4. Sluit de PWM-stekker PC0 op de warmwatercirculatiepomp aan,
wanneer de druk niet binnen 10 minuten is afgenomen.
5. Ontlucht de bijverwarming conform de handleiding.
6. Deeltjesfilter SC1 reinigen.
7. Controleer de druk op de manometer GC1 en, indien nodig, bijvullen
via het vulventiel VW2. De druk moet 0,3–0,7 bar boven de in het ex-
pansievat vastgelegde druk liggen.
8. Controleer, of de warmtepomp draait en geen alarmen worden gege-
ven.
22
VL1
VC3
GC1
VW1
M
SC1
3. Ontlucht het complete verwarmingssysteem na de inbedrijfstelling.
4. Controleer of alle sensoren correcte waarden weergeven.
5. Deeltjesfilter controleren en reinigen.
6. Controleer het bedrijf van het verwarmingssysteem na het opstarten
( handleiding van de besturingseenheid).
VC1
VC2
T
T
PC0
2
VW2
9. Druk na een tijdje controleren en met het vulventiel VW2 bijvullen,
wanneer de druk onder de benodigde druk ligt.
10.Tevens via de andere beluchtingsventielen het cv-systeem ontluch-
ten (bijvoorbeeld radiatoren).
6.3
Bedrijfsdruk van de cv-installatie instellen
Aanwijzing op manometer
1,2 bar
Minimale vuldruk. De installatiedruk moet bij een koude in-
stallatie ca. 0,3–0,7 bar boven de voordruk van het stik-
stofkussen in het expansievat gehouden worden. De
voordruk ligt doorgaans tussen 0,7–1,0 bar.
3 bar
Maximale vuldruk bij maximale temperatuur van het cv-wa-
ter: mag niet overschreden worden (het veiligheidsventiel
Tabel 9 Bedrijfsdruk
▶ Vul tot 1,5–2 bar voor zover niet anders opgegeven.
▶ Wanneer de druk niet constant blijft, controleren of de cv-installatie
lekdicht is en de inhoud van het expansievat voldoende is voor de cv-
installatie.
Compress 3400i AWS – 6721827821 (2023/08)
Z1
wordt geopend).