Opties die niet beschikbaar zijn als een taak actief is.
Als een taak actief is, zijn sommige setupopties niet beschikbaar. Raadpleeg het structuuroverzicht van het setupmenu voor de opties die niet
toegankelijk zijn.
Figuur 5-2: Voorbeelden van niet beschikbare opties
COnFIgURATIe
De configuratie wordt gebruikt om het werktuig, de lichtbalk, de AutoSteer-optie, de kantelcorrectie, GPS, video, sensoren en de monitor
druppelafmeting te configureren.
N.B.:
de beschikbaarheid van de functies is afhankelijk van de apparaten die beschikbaar zijn op het Matrix Pro GS-systeem.
1. Druk op het tabblad UNIT SETUP onderin het scherm
2. Druk op het tabblad CONFIGURATIE aan de zijkant
3. Selecteer uit:
►Werktuig – Hier kunt u het machinetype opgeven, de GPS-antenne
hoogte instellen, het type werktuig opgeven, de symmetrische
werktuiglay-out opgeven, de afstand/richting van de werktuigoffset
instellen, het aantal secties van het werktuig configureren, de
navigatiebreedte instellen, de applicatie-/werkbreedte opgeven en
de alarmtijden voor het bespoten gebied opgeven.
● In Rechte modus – richting boomlay-out, afstand antenne tot
boom, overlappingpercentage, vertraging aan/uit voor werktuig
● In Gespreid modus: TeeJet – afstand antenne naar schijven,
overlappingpercentage, tijd voor vertraging werktuig aan,
tijd voor vertraging werktuig uit, afstand spreiderlay-out,
afstanden sectielay-outs en sectielengten
● In Gespreid modus: OEM – afstand antenne naar schijven,
startafstand, stopafstand, sectiestartlay-outs en sectiestoplay-outs
● In Verzetmodus – richting lay-out sectie 1, afstand antenne
naar sectie 1, overlappingpercentage, tijd voor vertraging
werktuig aan, tijd voor vertraging werktuig uit en sectielay-outs
►Lichtbalk – wordt gebruikt om de helderheid van de led,
beeldschermmodus en ledruimte in te stellen
►Auto-sturen – wordt gebruikt om ondersteunde/auto-sturen
in- en uit te schakelen en om de configuratie-instellingen
voor de afsluiter, de stuurinstellingen en de instellingen voor
de hoeksensor besturing in te stellen en om afsluitertests en
afsluiterdiagnostiek uit te voeren
12
www.teejet.com
►Kantelcorrectie – wordt gebruikt om de kantelgyromodule in en
.
uit te schakelen en te kalibreren, waardoor de kantelcorrectie
voor toediening op heuvelachtige of steile terreinen ingesteld
kan worden
►GPS – wordt gebruikt om het GPS-type, de GPS-poort en PRN
vast te stellen en om GPS-statusinformatie te bekijken
►Video – wordt gebruikt voor het configureren van afzonderlijke
camera's
►Sensoren – wordt gebruikt om de instellingen voor de
druksensor in te stellen
►Monitor druppelafmetin – wordt gebruikt om vooraf ingestelde en
actieve mondstukken in en uit te schakelen en te configureren
Figuur 5-3: Configuratie-opties