om er zeker van te zijn dat alle onderdelen naar
behoren functioneren.
4. Om de motor af te zetten, moet u de gashendel op
Langzaam zetten en het contactsleuteltje op UIT
draaien. Stel de parkeerrem in werking en verwijder
het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat
de machine per ongeluk wordt gestart.
5. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine
stalt.
VOORZICHTIG
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
delen tot stilstand gekomen zijn voordat u
controleert op olielekken, losse onderdelen en
andere waarneembare defecten.
Het veiligheidssysteem
controleren
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor
niet aanslaat of start, tenzij het tractiepedaal in de
neutraalstand staat.
1. Controleer de werking van het veiligheidssysteem
in een ruim, open gebied dat vrij is van afval en
omstanders. Zet de motor af.
2. Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de
parkeerrem in werking.
3. Druk het tractiepedaal in vooruit en achteruit terwijl
u de motor probeert te starten.
4. Als de motor aanslaat, is er misschien een defect in
het veiligheidssysteem. Onmiddellijk repareren.
5. Als de motor niet aanslaat, functioneert het
interlocksysteem naar behoren.
6. Als de bestuurder zich op de stoel bevindt, het
tractiepedaal in de neutraalstand staat en de
parkeerrem in werking is, zou de motor moeten
starten. Sta op uit de stoel en druk langzaam het
tractiepedaal neer; de motor moet binnen drie
seconden stoppen. Verhelp het probleem als het
systeem niet naar behoren werkt.
7. Ga in de stoel zitten en stel de parkeerrem in
werking. Terwijl de motor loopt, drukt u het
tractiepedaal in vooruit en achteruit. De motor moet
binnen 2 seconden afslaan. Als de motor niet stopt,
is er misschien een defect in het veiligheidssysteem.
Onmiddellijk repareren. Als de motor afslaat,
functioneert het systeem naar behoren.
De machine slepen
In noodgevallen kan de machine over een korte afstand
worden gesleept. Toro adviseert echter hiervan geen
standaard procedure te maken.
Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3-5
km/u slepen omdat hierdoor het aandrijfsysteem
kan worden beschadigd. Als de machine over een
grote afstand moet worden verplaatst, moet u deze
vervoeren op een vrachtwagen of een aanhanger.
De wielen kunnen worden vergrendeld als de
machine te snel wordt gesleept. Stop in dit geval
met de machine te slepen. Wacht totdat de druk in
het tractiecircuit terug normaal is en ga verder met
slepen met een lagere snelheid.
Inrijperiode
Voor de inrijperiode volstaan 8 bedrijfsuren.
Aangezien de eerste bedrijfsuren van cruciaal belang
zijn voor de betrouwbaarheid van de machine in
de toekomst, moet u de werking en de prestaties
van de machine scherp in het oog houden zodat
kleine gebreken die later grote problemen kunnen
veroorzaken, worden opgemerkt en verholpen.
Controleer de machine tijdens de inrijperiode veelvuldig
op olielekken, losse bevestigingen of andere gebreken.
Gebruikseigenschappen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het werktuig
voor specifieke gebruiksaanwijzingen.
Oefen met het rijden met de machine. De
besturingseigenschappen zijn immers anders dan
die van sommige werkvoertuigen. Twee punten die
belangrijk zijn bij de bediening van het voertuig zijn
transmissie en motortoerental.
Om een redelijk constant motortoerental te behouden,
drukt u het tractiepedaal langzaam in. Dit laat de motor
toe om de rijsnelheid van het voertuig bij te houden.
Als u het tractiepedaal echter te snel indrukt, zakt het
20