Onderhouden remmen
De interlockschakelaar van de
rem afstellen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en zet de motor af.
2. Stel de handrem buiten werking.
3. Verwijder de knop van de hefhendel (Figuur 27).
Figuur 27
1. Knop van hefhendel
4. Verwijder de (3) montageschroeven en verwijder het
klepscherm (Figuur 27).
5. Zet de (2) moeren los waarmee de interlockschakelaar
van de rem is bevestigd aan de remsensorbeugel
(Figuur 28).
6. Stel de remschakelaar af tot de ruimte tussen de
schakelaar en de koppeling van de parkeerremhendel
±0,030. (1,524 mm ±0,762) bedraagt (Figuur 28).
De montagemoeren van de schakelaar vastdraaien.
Figuur 28
1. Montageknop
remschakelaar
2. Montageschroeven
klepscherm
2. Montageschroeven
klepscherm
7. Schakel de parkeerrem in en uit om te controleren of
deze de werking van de schakelaar belemmert.
8. Controleer de werking
9. Plaats het klepscherm.
10. Stel de geleider van de lifthendel af. Raadpleeg De
hefhendel afstellen.
Het remsysteem afstellen
De remmen zijn in de fabriek afgesteld voor optimale
prestaties, maar door gebruik en slijtage kan het nodig
zijn om ze af te stellen.
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, zet de
motor af en blokkeer de wielen.
2. Draai de contramoer op de actuatorstang los
(Figuur 29). Verwijder de borgpen waarmee de
actuatorstang bevestigd is. Maak de actuatorstang
korter of langer door aan de stang te draaien.
Monteer de actuatorstang met een nieuwe borgpen
en bevestig de contramoer.
1. Actuatorstang
2. Afstelstang (2)
3. Als de afstelling van de lengte van de actuatorstang
de remprestaties niet verbetert, stel dan zowel de
linker- als rechterafstelstang in gelijke mate af. Ga te
werk zoals beschreven in stap 2.
31
Figuur 29
3. Contramoer (3)
4. Borgpen (3)