zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de
machine uitsluitend als deze naar behoren werkt.
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif.
Laat de motor niet binnenshuis of in een afgesloten
ruimte lopen.
• Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen,
omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen
kunnen verzamelen.
• Werk uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
• Voordat u de motor probeert te starten, moet u alle
werktuigen uitschakelen, schakelen naar neutraal en
de parkeerrem vergrendelen.
• Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende
onderdelen.
• Let goed op als u de machine gebruikt. U kunt op
de volgende manieren voorkomen dat het voertuig
omkantelt of dat u de controle over het voertuig
verliest:
– Let op kuilen of andere verborgen gevaren.
– Ga zeer voorzichtig te werk als u op een steile
helling werkt. Verminder uw snelheid als u een
scherpe bocht maakt of draait op een helling.
– Vermijd plotseling stoppen en starten. Zet
de machine niet van de achteruit-stand in de
vooruit-stand voordat de machine volledig tot
stilstand is gekomen.
– Voordat u achteruitrijdt, moet u achterom kijken
om er zeker van te zijn dat er zich niemand achter
de machine bevindt.
– Let op het verkeer als u in de buurt van een weg
werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang.
• Als de machine is uitgerust met de optionele
sleepstang, onderdeelnr. 110-1375, raadpleeg
dan Gebruikershandleiding van het werktuig om de
maximale sleepbelasting te controleren.
• Let op kuilen in het terrein en andere verborgen
gevaren.
• Ga zorgvuldig te werk als u lasten sleept of zware
werktuigen gebruikt.
– Gebruik uitsluitend goedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
– Beperk de belasting tot wat u veilig kunt
beheersen.
– Maak geen scherpe bochten. Ga zorgvuldig te
werk als u achteruitrijdt.
• Let op het verkeer als u in de buurt van een weg
werkt of deze oversteekt.
• Gebruik de machine nooit als schermen, afdekplaten
of andere beveiligingsmiddelen zijn beschadigd of
ontbreken. Zorg ervoor dat alle interlockschakelaars
zijn aangebracht, correct zijn afgesteld en naar
behoren werken.
• Verander de instellingen van de motor niet en
voorkom overbelasting van de motor. De motor
met te hoog toerental laten draaien kan de kans op
lichamelijk letsel vergroten.
• Voordat u de bestuurdersplaats verlaat:
– machine laten stoppen op een horizontaal
oppervlak;
– laat het tractiepedaal los en laat de werktuigen
neer;
– parkeerrem in werking stellen;
– motor afzetten en sleuteltje uit het contact
nemen.
• Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit als u
de machine transporteert of niet gebruikt.
• Zet de motor af en schakel de aandrijving naar de
werktuigen uit:
– vóór het bijvullen van brandstof;
– voordat u de machine gaat controleren,
schoonmaken of andere werkzaamheden gaat
uitvoeren;
– als u een vreemd voorwerp heeft geraakt of de
machine abnormaal begint te trillen. Controleer
de machine op beschadigingen en voer alle
benodigde reparaties uit voordat u deze weer
gebruikt.
• Zet de gashendel terug terwijl de motor uitloopt. Als
de machine met een brandstofafsluitklep is uitgerust,
draai deze dan dicht als het werk klaar is.
• Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om
er zeker van te zijn dat de weg vrij is.
• Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een
bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt.
• Gebruik de maaimachine niet als u onder de invloed
van alcohol of drugs bent.
• Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied,
gebruik de machine dan niet; ga schuilen.
5