ONDERHOUD
Zie de onderstaande tabel voor de geregelde
relais en stroomkringen.
Relais
Toelaatbaar
vermogen
M1
12 VDC, 40 A
Hulp 1
M2
12 VDC, 40 A
Hulp 2
M3
12 VDC, 40 A
Klopper
M4
12 VDC, 40 A
Achteruit
M5
12 VDC, 40 A
Claxon
M6
12 VDC, 40 A
Uitschakelen
M7
12 VDC, 40 A
Startmotor
M8
12 VDC, 40 A
Startmotor (diesel)
M9
12 VDC, 40 A
Herstartvertraging
M10
12 VDC. 40 A
Handsproeier (apart relais)
M11
12 VDC. 40 A
Brandstofpomp
ZEKERINGEN EN RELAIS
MOTORKABELBOOM
De zekeringen en relais van de motorkabelboom
bevinden zich in het zekeringenkastje in het
motorcompartiment. Raadpleeg de informatie op
het klepje van het zekeringenkastje om de
zekeringen en relais van de motorkabelboom te
lokaliseren.
N.B.: Vervang een doorgebrande zekering altijd
door een zekering met een gelijke ampèrewaarde.
OPTIONELE RELAIS
Het optionele sproeistuk of drukrelais bevindt zich
achter de accu. Het optionele
FaST-schrobsysteemrelais bevindt zich achter de
stoel.
Relais
Toelaatbare
stroomsterkte
-
12 VDC. 40 A
-
12 VDC. 40 A
-
12 VDC. 40 A
96
Stroomkring geregeld
Stroomkring geregeld
Handsproeier
Drukreiniger
FaST
STROOMONDERBREKERS (ec−H2O)
De stroomonderbrekers beveiligen de
stroomcircuits tegen overbelasting; ze kunnen
steeds opnieuw worden ingesteld. Wanneer een
circuit overbelast raakt, wordt de stroomtoevoer
onderbroken. Als een stroomonderbreker iwerking
is gezet, laat deze eerst afkoelen en druk
vervolgens op de reset−−knop om de
stroomonderbreker manueel te resetten.
M30 Diesel 9018880 (12−2022)