MI 3309 BT DeltaGT
6.5 Het uitvoeren van autotestprocedures (code, sneltest en
autotest)
Algemene betekenis van bedieningstoetsen tijdens autotestcode-, sneltest en autotest:
TAB, / ÙÚ
Optie instellen. Grenswaarde instellen van geselecteerd (gemarkeerd)
item.
ESC
Annuleert de autotestprocedure en keert zonder wijzigingen terug naar
het menu autotest, sneltest of autotestcode.
TEST
Hiermee start of herhaalt de geselecteerde meting zich of gaat verder
met de volgende stap.
Notities:
ê
Als een van de inspecties is gemarkeerd als mislukt of als een test mislukt, wordt de
testprocedure gestopt en gaat het instrument automatisch naar het Autotest
Result/data opslaan.
ê
Als een testparameter (limiet, duur, uitgangsspanning) wordt gewijzigd, dan is de
instelling alleen geldig voor deze specifieke test. Een nieuwe test wordt op basis van
de standaard testparameters uitgevoerd.
ê
Codes van autotestprocedures met gewijzigde testparameters zijn gemarkeerd met
(*).
6.5.1 Visuele inspectie (Visuele Check)
De meting wordt beschreven in hoofdstuk 5.2.1 Visuele inspectie.
Opties Visuele inspectie:
GOED/FOUT Handmatig te selecteren.
6.5.2 Meting Weerstand beschermingsleiding
Deze test wordt uitgevoerd als deze van toepassing is volgens de geselecteerde autotest.
Het startscherm voor meting van de beschermingsleiding wordt eerst weergegeven.
Meting en opties in het startscherm van de beschermingsleiding worden beschreven in
hoofdstuk 5.2.2 Aardcontinuïteïteite weerstand.
Figuur 6. 27: Het startscherm van de beschermingsleiding
Figuur 6. 26: menu visuele check
automatisch testen